Het Laatste Avondmaal en de Heilige Mis
In de vorige les heb je gelezen over het Laatste Avondmaal. Kijk nu eens goed naar de twee bovenste plaatjes. Als je alles goed onthouden hebt zul je die plaatjes best begrijpen. Op het linkerplaatje zie je Jezus bij het Laatste Avondmaal. Op het rechter zie je de priester bij de H. Mis. Ze doen allebei juist hetzelfde. Jezus nam eerst brood in zijn handen. De priester doet dat ook, midden in de Heilige Mis. Hij neemt dan een rond stukje brood. We noemen dat de hostie. Jezus zegende het brood. De priester zegent de hostie ook. Jezus zei: “Dit is Mijn Lichaam, dat Ik voor u offer.” De priester buigt diep voorower en zegt dezelfde woorden, in naam van Jezus. Dat is de consecratie van het brood. De priester heeft nu geen brood meer in zijn handen, maar Jezus Zelf.
Kijk eens naar de twee onderste plaatjes. Op het linker zie je Jezus weer, bij het Laatste Avondmaal. Op het rechter staat weer de priester, bij de Heilige Mis. Jezus nam een kelk met wijn. De priester doet dat ook. Jezus zegende de wijn. De priester zegent de wijn ook. Jezus zei: “Dit is mijn Bloed, dat Ik voor u offer.” De priester buigt zich diep voorover en zegt dezelfde woorden, in naam van Jezus. Dat is de consecratie van de wijn. In de kelk is nu geen wijn meer, maar Jezus Zelf.
De Heilige Hostie en het Heilig Bloed zijn maar één Jezus. Het is dezelfde Jezus, die eens aan het kruis hing en ons verlost heeft uit de handen van de duivel.
“Lieve Jezus, ik geloof, dat Gij op het altaar komt bij de consecratie. Ik bedank U daarvoor. Ik wil dan heel eerbiedig zijn en heel stil. Ik zal naar de H. Hostie kijken en zeggen: Mijn Heer en Mijn God. Dat zal ik ook doen, als de priester de kelk omhoog heft met het H. Bloed.”