Wat wij krijgen door het Heilig Vormsel
Jan is gevormd. En Ria ook. Kun je dat aan hun gezicht zien? Neen, maar hun ziel krijgt meer goddelijk leven. Jan en Ria kunnen nu als grote mensen met Jezus en de priester de H. Mis opdragen. Zij worden ook meer geholpen door Jezus. Denk daaraan, als je het eerste plaatje bekijkt.
Jan kan nu ook beter gehoorzamen, thuis en op school. De Heilige Geest helpt hem. De kinderen doen gemakkelijker mee met Jezus, om niet te klagen, als ze pijn en verdriet hebben. Ze zullen nu niet zo gauw dingen doen, die ze niet mogen doen. Ook al lachen andere kinderen hen uit. Jezus helpt hen nu meer, om daar niets om te geven.
Net als Tarcisius. Die was eens op weg naar de gevangenis. Daar ging hij de H. Communie brengen aan de christenen. Mocht hij dat zomaar? Dat moest de priester toch doen? Ja, maar er was vervolging. Veel priesters waren al dood gemaakt. De anderen hadden zich verborgen. Ze kwamen niet op straat, anders werden ze zeker gepakt. Nu kwam Tarcisius onderweg enkele vriendjes tegen. Het waren heidenen. Ze vroegen Tarcisius om met hen te gaan spelen. Dat kon natuurlijk niet. Tarcisius wilde doorlopen, maar de jongens hielden hem tegen. Ze wilden weten, wat hij bij zich droeg. Onder zijn kleren had hij Jezus verborgen. Maar dat zei Tarcisius niet en hij hield zijn handen stevig tegen zijn borst. Toen gooiden de jongens hem neer en sloegen en schopten hem. Het was heel erg. Hij begon te bloeden. Eindelijk kwam er een sterke soldaat. Die joeg de kleine beulen weg. Maar het was al te laat. Tarcisius stierf nog dezelfde dag. Hij gaf zijn leven voor Jezus.
Jij moet ook alles voor Jezus overhebben. Dat kun je door het Heilig Vormsel. Toch moet je niet menen, dat het zo gemakkelijk is. Kijk maar eens naar het derde plaatje. Zie je dat kind daar staan? En die mensen aan de linkerkant? Ze zeggen: “Denk maar niet aan Jezus en aan de hemel. Op aarde is het veel beter. Doe met ons mee. Maak maar veel plezier. Wees maar niet bang voor de zonde. Zonde doen is zo erg niet.” Die mensen zijn vrienden van de duivel. Ze leven zelf slecht. En ze willen dat kind ook slecht maken. Maar kijk nu eens rechts. Daar staat de engelbewaarder. Hij wijst naar de hemel. Daar moet het kind komen. Het zal dan eeuwig gelukkig zijn. En wie zal helpen? De Heilige Geest. Die zweeft boven de weg, die naar de hemel gaat. Hij ziet eruit als een duif.
Je moet je niet schamen voor je heilig geloof. Dat kost soms veel moeite. Ook voor grote mensen. Zie je op het vierde plaatje die twee auto’s? Ze kunnen niet verder, want er komt een processie langs. Wat gebeurt er nu? In die ene auto blijven de mensen zitten. Ze kijken heel verwonderd en spotten met de processie. Maar bij die andere auto stappen de mensen uit. Ze knielen heel eerbiedig neer, als Jezus voorbijkomt. Dat is heel flink. Ze komen voor hun geloof uit. Dat moet jij ook altijd doen.