Jezus is verrezen
Jezus is op Goede Vrijdag gestorven en begraven. Nog waren de slechte Joden niet gerust. Ze waren bang.
Weet je waarvoor? De Joden dachten: De apostelen kunnen weleens komen en het lichaam van Jezus wegnemen. Ze zouden dan zeggen: Hij is niet meer in het graf. Hij is verrezen. Daarom zetten ze soldaten bij het graf. Die zouden wel zorgen, dat het niet gebeurde.
Het was zondagmorgen. Nog heel vroeg. Langzaam kwam de zon op. Ineens gebeurde het grootste wonder. Jezus bracht zijn heilige Ziel in zijn heilig Lichaam. Hij maakte Zichzelf levend. Christus verrees! Het graf bleef gesloten. Toch kwam Jezus naar buiten. Zomaar dwars door de steen. Kijk maar eens goed op de plaat. Zie je zijn lichaam blinken? Zijn kleren zijn wit als sneeuw. En zie je de wonden van Jezus ook? In zijn zijde, zijn handen en voeten? Ze zijn nu heel mooi. Ze doen geen pijn meer. Het lijkt wel, of er stralen uit komen. Het Lichaam van Jezus is zo heerlijk dat de soldaten niets meer kunnen zien. Ze vallen achterover. Ze houden het schild voor hun gezicht. Zie maar op de plaat. Dan lopen ze vol angst hard weg. Jezus bleef niet bij het graf. Hij verscheen aan Maria en de apostelen. Hij sprak met hen. Ze zagen allemaal, hoe mooi Hij was.
Wij vieren de verrijzenis van Jezus op het feest van Pasen.
We zijn blij, dat Jezus zo gelukkig is. Wij zijn ook blij, omdat Jezus ons verlost heeft. Jezus kan nu alle mensen naar de hemel brengen. Hij geeft ons alles weer terug, wat we door de zonde verloren hebben. Hij helpt ons, om God te eren en te dienen. Als we dat doen, zal Jezus ons, ook na onze dood, levend maken. Dan zullen we uit het graf opstaan. Dan zal ook ons lichaam blinken. Dan zijn we voor altijd gelukkig bij God. Geen lijden meer. Geen dood meer. Eeuwig gelukkig in de hemel.
Op zondagmorgen is Jezus verrezen. Daar moet je iedere zondag aan denken.
Denk daaraan, als je naar de H. Mis gaat. Vraag dan aan God Hem altijd goed te eren en te dienen. En zo in de hemel te komen.