Jezus gaat naar de hemel
Na zijn verrijzenis bleef Jezus nog veertig dagen op aarde. Toen ging Hij naar de hemel terug. De apostelen bleven op aarde achter. Die moesten met zijn werk doorgaan. Ze moesten de mensen leren, hoe ze in de hemel kunnen komen. Jezus beloofde hen te helpen. Hij zou hun de Heilige Geest sturen. Met Maria, de apostelen en veel andere mensen ging Hij naar de Olijfberg. Toen ze daar waren, zegende Jezus hen voor het laatst. Toen ging Hij naar de hemel. Kijk maar op de plaat. Steeds hoger steeg Hij, altijd hoger. Op het laatst verdween Hij achter de wolken. We noemen dat: de Hemelvaart van Jezus. Dat gebeurde op de veertigste dag na zijn verrijzenis.
Jezus is niet alleen teruggegaan naar de hemel. Er waren veel zielen bij Hem. Dat waren de zielen van brave mensen, die voor Jezus gestorven waren. Ze gingen met Hem mee de hemel binnen. Het was een prachtige stoet. Zo zie je op de plaat, rechts van Jezus: Adam en Eva, Mozes, en Abel met zijn lammetje. Aan de andere kant: de H. Jozef en Abraham. Wat doen die engelen met hun palmtakken? Ze gaan Jezus tegemoet. Ze zingen en juichen. Zo trekt de hele stoet naar God de Vader. Daar zijn ze nu voor eeuwig gelukkig. Ook voor jou heeft Jezus een plaats klaar gemaakt. Als je braaf leeft, mag je ook in de hemel komen. Jezus heeft dat zelf beloofd. Maar vraag het ook voor anderen. Vooral voor de zondaars en de heidenen, die God niet kennen.