Een goed berouw
God wil graag de zonden vergeven. Zo’n goede Vader is Hij. Maar dan moet je er spijt over hebben. Weet je wat dat is? Je moet het jammer vinden dat je God niet goed gediend hebt. Die goede Vader houdt zoveel van je en toch heb je Hem verdriet gedaan. Spijt hebben uit liefde, omdat je God bedroefd hebt door je zonde: dat is een heel mooi berouw. Weet je wie dat had? De goede moordenaar die naast Jezus aan het kruis hing. De slechte moordenaar spotte met Jezus. De goede moordenaar deed dat niet. Hij kreeg berouw over zijn zonden. Hij had mensen dood gemaakt. Dat speet hem nu heel erg. Hij had God slecht geëerd en gediend. Langzaam draaide hij zijn hoofd naar Jezus. “Heer,” zei hij, “denk aan mij, als U in de hemel zult zijn.” Dat vond Jezus heel mooi van hem. Hij keek hem vol liefde aan en zei: “Vandaag nog zul je bij Mij zijn in de hemel.”
Hoor je dat? Wat is God toch goed. Die grote zondaar wordt ineens kind en vriend van God. Het goddelijk leven komt in zijn ziel.
Kijk eens naar de plaat met het meisje. Ze heet Annie. En dan naar de plaat met de jongen. Hij heet Koos. Ze hebben allebei berouw over hun zonden. Daardoor gaan die zonden weg. Toch is het berouw van Annie mooier. Koos heeft alleen maar spijt, omdat hij bang is voor straf. Annie heeft spijt, omdat ze haar goede Vader in de hemel verdriet heeft gedaan. Omdat Jezus stierf aan het kruis, ook voor haar zonden. Probeer altijd zo’n berouw te hebben. Vraag iedere avond voor je naar bed gaat vergiffenis voor je zonden. Kijk dan naar het kruisbeeld boven je bed en zeg: “Mijn God, U bent zo goed voor mij en toch heb ik U verdriet gedaan. Ik heb daar spijt over. Help mij om geen zonden meer te doen.”