De H. Engelbewaarder
God woonde in de goede engelen. Dat weet je nog wel. Maar God woont ook in jouw ziel. Vergeet dat nooit. God woont in je ziel met zijn goddelijk licht. Dat licht is mooier dan de lamp. Ook mooier dan de zon. Veel mooier. Kan dat licht uit je ziel weggaan? Ja. Bij Adam en Eva ging dat weg omdat ze God zo slecht dienden. Er was geen goddelijk licht meer in hun ziel.
Het was er heel donker. Maar jij hebt het nog. Zorg er goed voor. God heeft een engel naar je gestuurd, om dat goddelijk licht te bewaren. Die engel heet je engelbewaarder. Hij helpt je, om goede dingen te doen. Het goddelijk licht wordt dan mooier.
Het gaat dan zeker niet weg. Die duivel is daar niet blij om. Hij wil dit goddelijk licht weg hebben. Dat gebeurt door de doodzonde. Hoe probeert de duivel dat? Hij bekoort je.
Hij stookt je op om dagelijkse zonde te doen. Van dagelijkse zonden probeert hij je dan langzamerhand tot doodzonde te brengen. Kijk eens naar de plaat. Daar staat een kar vol appels. De koopman slaapt. Piet komt voorbij. “Pak er een”, hoort hij vanbinnen. Wie zegt dat? Wie bekoort hem? De duivel! Maar Piet hoort nog wat. “Niet doen, Piet! God wil dat niet.” Wie zegt dat? Zijn engelbewaarder. Daar wil Piet naar luisteren. Hij pakt geen appel. Piet zijn ziel wordt nu mooier. Zo beschermt de Engelbewaarder je ziel en ook je lichaam.
Lang geleden leefde er een man. Hij heette Tobit. Zijn zoon heette Tobias. Die moest eens op reis. Heel ver. Tobias dacht= “De reis is gevaarlijk. Ik neem iemand mee.” Hij vond een man. Die moest ook zo ver op reis. De man heette Rafael. Het was een engel. Maar dat wist Tobias niet. De engel zag er heel gewoon uit. God had hem gestuurd, om Tobias te bewaren. Zij gingen nu samen op reis. Ze kwamen langs een groot water. Daar ging Tobias zijn voeten wassen. Maar een vis wilde hem bijten. Dat zie je op de onderste plaat. Tobias riep: “Heer! Heer! Pak de vis bij de kop”, zei Rafaël. Dat deed Tobias. En de vis beet niet. Zo beschermde de engel Tobias. Zo beschermt je engel jou ook. Je krijgt dan niet zo gauw een ongeluk. Denk veel aan je Engelbewaarder.
Bid dikwijls tot hem, ‘s morgens en ‘s avonds. “Mijn H. Engelbewaarder, verlicht, bewaar, geleid en bestuur mij. Amen.” Dan helpt hij je zeker.