1. Het priesterschap is een sacrament waardoor de bedienaars van de heilige Kerk de macht en de genade ontvangen om hun ambt behoorlijk uit te oefenen.
2. Het ambt van de priester omvat het opdragen van de heilige Mis, het toedienen van de sacramenten en de verkondiging van het woord van God.
3. De macht voor de uitoefening van dit ambt komt van Christus. Hij gaf ze aan de apostelen en Hij gaf hen het recht die macht met anderen te delen.
4. Slechts wie door God geroepen is en aan de nodige vereisten voldoet, ontvangt het priesterschap.
5. Ouders hebben niet het recht hun kinderen te beletten of te dwingen de heilige wijdingen te ontvangen. Ze zijn verplicht hen de vrijheid te geven het beroep te kiezen waartoe God hen bestemt.
6. De gelovigen moeten de priesters eerbiedigen als Gods bedienaars en als hun herders, aan wie ze eerbied en gehoorzaamheid verschuldigd zijn.
Diakonaat
7. Het hoofdtafereel van deze prent stelt Petrus voor, die de zeven eerste diakens wijdt. Het diakonaat werd ingesteld om een concrete nood te lenigen. De apostelen kregen het moeilijk hun ambt behoorlijk uit te oefenen omdat er steeds meer christenen kwamen. Daarom lieten ze de bijeengekomen gelovigen zeven diakens kiezen om ze te belasten met het uitdelen van de aalmoezen.Ze droegen hen voor aan de apostelen, en die legden hun na gebed de handen op.
8. De macht om kerkelijke ambten te bekleden komt rechtstreeks van de apostelen, door onafgebroken opvolging van bisschoppen, en zal in de Kerk bestaan tot het einde van de wereld.
Bisschopsambt
9. Het bisschopsambt is geen orde, maar is de volheid van het wijdingssacrament. Het geeft de macht om alle sacramenten toe te dienen, inclusief het vormsel en het wijdingssacrament.
10. Alleen de bisschop kan het wijdingssacrament toedienen.
11. Er zijn in de Kerk zeven verschillende orden: vier lagere orden en drie hogere orden.
Lagere orden
12. De vier lagere orden zijn: het ostiariaat, het lectoraat, het exorcisaat en het acolytaat.
13. Het ostiariaat is het ambt van portier. We zien bovenaan links op de prent een bisschop het ostiariaat toedienen. Hij laat de geestelijke de sleutels van de kerk aanraken en spreekt de woorden uit waarmee hij hem de bewaring van de sleutels toevertrouwd.
14. Het lectoraat geeft de macht om in de kerk het uit het Oude en het Nieuwe Testament voor te lezen. Eveneens bovenaan links op de prent zien we een bisschop het lectoraat toedienen. Hij laat de geestelijke het missaal aanraken en spreekt de woorden uit waarmee dit voorrecht wordt toegekend.
15. Het exorcisaat geeft de macht om duivels uit het lichaam van bezetenen te verdrijven. We zien bovenaan rechts op de prent een bisschop het exorcisaat toedienen. Hij laat de geestelijke het boek aanraken van duivelsbezweringen en geeft de macht om bezetenen de handen op te leggen.
16. Het acolytaat geeft de macht om de heilige Mis te dienen. Eveneens bovenaan rechts op de prent zien we een bisschop het acolytaat toedienen. Hij laat de geestelijke de kandelaar, de kaars en de ampulletjes aanraken en staat toe de kaarsen in de kerk aan te steken en tijdens de heilige Mis de wijn en het water aan te bieden.
Hogere orden
17. Onderaan links op de prent dient de bisschop het subdiakonaat toe en geeft de macht om, samen met de diaken, de preister aan het altaar bij te staan en het epistel te zingen. Hij laat de geestelijke de kelk, de pateen en het lectionarium aanraken en staat hem toe in de kerk voor te lezen. De subdiaken verbindt zich tot het celibaat en tot het dagelijks bidden van het getijdengebed.
18. Onderaan rechts op de prent dient de bisschop het diaconaat toe en geeft de macht om de priester in de heilige Mis terzijde te staan, het evangelie te zingen, te preken en te dopen. Hij legt de geestelijke de handen op en zegt: Ontvang de Heilige Geest, om de kracht te bezitten aan de duivel en zijn bekoringen te weerstaan.
19. Onderaan in het midden op de prent dient de bisschop het priesterschap toe en geeft de macht om de heilige Mis op te dragen, te preken en de sacramenten toe te dienen. Samen met alle aanwezige priesters legt hij de geestelijke de handen op, zalft zijn handen met de heilige olie, laat hem de kelk met wijn en de pateen met daarop een hostie aanraken en zegt: Ontvang de macht om de heilige Mis op te dragen voor de levenden en de gestorvenen.
20. Door meer dan vierhonderdduizend priesters wordt elke dag over de hele wereld de heilige Mis opgedragen.