1. Het huwelijk is een sacrament waardoor man en vrouw wettig verbonden worden en genade ontvangen om de huwelijksverpichtingen goed te vervullen.
2. God zelf heeft het huwelijk bij de schepping ingesteld. Christus heeft het tot de waardigheid van sacrament verheven.
3. Het heiligste huwelijk dat ooit aangegaan werd, is dat tussen de heilige Jozef en de heilige maagd Maria.
4. Om een geldig huwelijk te sluiten, moet voldaan zijn aan de volgende voorwaarden:
- er mogen geen huwelijksbeletsels bestaan die het huwelijk nietig maken;
- het huwelijk moet aangegaan worden voor de eigen pastoor of een ander daartoe gemachtigd priester in het bijzijn van minstens twee getuigen.
5. Er zijn twee soorten huwelijksbeletsels: enerzijds huwelijksbeletsels die het huwelijk ongeldig maken en anderzijds huwelijksbeletsels die het ongeoorloofd maken.
6. Het meest voorkomende huwelijksbeletsel dat een huwelijk ongeldig maakt, is dat van de bloedverwantschap tot en met de vierde graad. Ook de geestelijke verwantschap valt hieronder: een peter of meter kan dus niet huwen met zijn doopkind, noch met diens ouders.
7. Enkele weken voor het huwelijk wordt er in de parochie gebeden voor het koppel. Dit noemen we “de roepen”. De kerk doet dit om eventuele huwelijksbeletsels tijdig aan het licht te brengen.
8. Wanneer de situatie hierom vraagt, kan de kerk in bepaalde gevallen dispensatie verlenen voor huwelijksbeletsels.
9. Men moet zich voorbereiden op het huwelijk door van jongsaf aan al een deugdzaam en zuiver leven te leiden en slechts na toestemming van de ouders met een verkering te beginnen. Men moet Gods genade vragen in het gebed en door het ontvangen van de heilige sacramenten.
10. Trouwen in staat van doodzonde is een heiligschennis die Gods vloek zal uitroepen over de families.
11. Het huwelijk bestaat niet tussen gedoopten die het alleen voor de staat zijn aangegaan. Zij leven in permanente staat van doodzonde en zijn onwaardig om de sacramenten te ontvangen of een kerkelijke begrafenis te krijgen.
12. De gehuwden moeten met elkaar leven in trouw en eenheid; zij moeten hun kinderen gemeenschappelijk opvoeden in deugd en godsvrucht.
13. Het huwelijk wordt slechts ontbonden door de dood. Christus heeft immers zelf gezegd:“Wat God verbonden heeft, moet de mens niet scheiden.”
14. De sterkste band bestaat er tussen ouders en de kinderen die geboren werden uit de wettige en ware echtgenote. De apostel Paulus prijst deze band zo hoog dat hij zegt:“De vrouw zal gered worden door haar moederschap”. Deze woorden staan vooral in verband met de godvruchtige opvoeding van de kinderen, want hij voegt er dadelijk aan toe:“…als zij standhoudt in geloof en liefde en heilige bezonnenheid.”
15. Nochtans is het nog beter om in onthouding te leven dan te trouwen, omdat de zuiverheid die men zo onderhoudt, behoort tot één van de drie zgn. “evangelische raden” (gehoorzaamheid, kuisheid en armoede) en veel genade doet verkrijgen.
16. Ouders die hun kinderen verhinderen om hun roeping tot het kloosterleven na te streven, als zij hiertoe door God geroepen zijn, begaan een zware fout en dragen zware schuld voor het ongeluk van hun kinderen.
Verklaring van de prent
17. In het midden van de prent zien we de heilige Jozef die in de tempel van Jeruzalem voor de hogepriester het huwelijk aangaat met de heilige maagd Maria. De bloeiende lelie die de heilige Jozef in de hand houdt, doet denken aan de manier waarop hij gekozen werd om echtgenoot te worden van de heilige maagd. Toen Maria oud genoeg was om te trouwen riep de hogepriester alle jongelingen uit het huis van David tezamen die met haar wilden trouwen. Hij gaf aan allen een gewijd stokje en zei dat ze daarop hun naam moesten schrijven. Hij legde vervolgens alle stokjes op het altaar en smeekte God om zijn wil kenbaar te maken. Toen hij de stokjes terugnam, was waren er aan dat van heilige Jozef blaadjes en bloemen gegroeid. Links op de prent zien we een jongeling die droevig zijn stokje brak toen bleek dat hij niet gekozen was.
18. Bovenaan links zien we de jonge Tobias en Sara die zich met vurig gebed voorbereiden op het huwelijk. We zien de engel Rafaël die de duivel verjaagt die de eerste zeven echtgenoten van Sara gedood had omdat zij op slechte wijze het huwelijk wilden aangaan. Tobias en Sara namen nu echter het besluit om God trouw te dienen, en kregen daardoor bescherming van de engel.
19. Onderaan zien we hoe een priester een kerkelijk huwelijk inzegent.
20. Bovenaan rechts zien we Adam en Eva. God had Eva geschapen uit de rib van Adam. Hij zegende hen met de woorden:“Wees vruchtbaar en word talrijk”
21. God schenkt zijn rijkste zegen aan het huisgezin dat ’s morgens en ’s avonds tot Hem bidt en zijn geboden onderhoudt.