1. Het mysterie van de verlossing is het mysterie van God de Zoon die op het kruis gestorven is om alle mensen te verlossen.
2. De woorden “geleden onder Pontius Pilatus” betekenen dat Jezus Christus geestlijke en lichamelijke armoede en verdrukking heeft geleden toen Pontius Pilatus als Romeins bestuurder over Judea heerste.
3. Geestelijk werd Jezus Christus door walging, angst en dodelijke droefheid overvallen. Hij zei: “Ik ben dodelijk bedroefd”.
4. Lichamelijk heeft Jezus Christus zo erg geleden dat de profeet Jesaja Hem een man van smarten noemde, een man die voor onze zonden door God geslagen en kapotgemaakt werd.
5. Het was niet per se nodig dat Jezus zoveel leed om ons te verlossen. Zelfs het geringste lijden zou een oneindige waarde gehad hebben zodat het al voldoende zou geweest zijn om ons te redden.
6. Toch heeft de Heer zozeer voor ons willen lijden, omdat Hij ons zijn immense liefde wilde tonen en in onze harten een hevige afkeer van de zonde wilde inplanten.
7. Jezus Christus heeft op vier plaatsen lijden ondergaan: in de hof van Olijven; bij de hogepriest Kajafas; bij Herodes; op de Calvarieberg.
8. Jezus Christus werd in in de Hof van Olijven door alle pijnen van de doodsangst overvallen. Die pijnen waren zo hevig dat Hij er zelfs water en bloed door zweette. Het is ook in die hof dat Judas, één van de twaalf apostelen, Hem door een kus in de handen van zijn vijanden overleverde.
9. Bij Kajafas, hogepriester van de Joden, werd Jezus driemaal door de heilige Petrus verloochend , zeer schandelijk geslagen en bespot, en ter dood veroordeeld omdat Hij zich de Zoon van God had genoemd.
10. Bij Herodes, de gouverneur van Galilea, die naar Jeruzalem gekomen was om het Paasfeest te vieren, werd Hij als zwakzinnige behandeld en daarom getooid in een wit kleed.
11. Bij Pilatus werd Jezus, hoewel Hij van alle schuld vrijgepleit was, toch nog vreselijk gemarteld, met een doornenkrans getooid en alsnog overgeleverd om gekruisigd te worden.
12. Op de Calvarieberg moest Jezus azijn drinken en werd Hij tussen twee misdadigers aan het kruis genageld. Hij bad bij de hemelse Vader voor zijn beulen en beloofde aan de goede moordenaar dat hij met Hem dezelfde dag nog het paradijs zou binnentreden. Hij beval zijn moeder aan de heilige Johannes aan en gaf deze laatste aan zijn geliefde moeder. Uiteindelijk zei Hij: “Het is volbracht” en Hij gaf de geest.
13. “Is gestorven”: deze woorden in de geloofsbelijdenis betekenen dat Jezus’ ziel zijn lichaam heeft verlaten. Niettemin bleef de goddelijke natuur aanwezig zowel in de ziel als in het lichaam.
14. Jezus Christus stierf op Goede Vrijdag om drie uur ’s namiddags.
15. Toen Jezus Christus stierf, verduisterde de zon, beefde de aarde, barstten de steenrotsen open, scheurde het voorhangsel van de tempel open en gingen de graven open. Deze feiten worden voor de vrome lezer geïllustreerd op de prent, onderaan links.
16. Na de dood van Jezus Chrisus doorboorde een soldaat zijn linkerzijde met een lans. Uit de wonde stroomde water en bloed.
17. De Zaligmaker liet dit toe om verschillende redenen: Hij toonde zijn oneindige liefde voor ons door zijn bloed tot de laatste druppel te vergieten. Zijn hart zou steeds openblijven om overvloedige genaden over ons uit te storten.
18. “Is begraven”: deze woorden van de geloofsbelijdens willen zeggen dat Jezus Christus na zijn dood van het kruis werd afgenomen en zijn lichaam in een graf werd neergelegd.
19. Na de begrafenis van Jezus Christus rolde men een grote steen voor de ingang van het graf. Pilatus liet het graf verzegelen en Joodse soldaten moesten het bewaken.
20. De Joden namen dus alle voorzorgen om er zeker van te zijn dat Jezus’ lichaam niet zou weggenomen worden. God liet dit alles begaan om alle twijfel omtrent zijn echte verrijzenis weg te nemen.
De heilige kruisweg
21. De heilige Kerk verwacht van de gelovigen dat ze dikwijls de heilige kruisweg beleven. Deze vertelt het bittere lijdensverhaal van Christus in een reeks van veertien beelden. Het lijdensverhaal begint bij zijn terdoodveroordeling en eindigt met zijn begrafenis. De godsvruchtige uitoefening van de kruisweg wordt met vele aflaten beloond en de gelovigen verkrijgen er vele genaden door.
Verklaring van de prent
22. Op deze prent zien we bovenaan Pontius Pilatus als rechter. Links zien we hoe Jezus Christus gegeseld wordt. Rechts wordt hij aan het kruis genageld en onderaan rechts zien we hoe Hij tussen twee misdadigers wordt gekruisigd. Rechts onderaan wordt zijn begrafenis voorgesteld.