De hel
1. De hel is de plaats waar de verdoemden het eeuwig verlies van God betreuren, door het vuur gekweld worden en met de duivels pijn lijden zonder einde.
2. Wie in staat van doodzonde sterft, gaat naar de hel.
3. Het is zeker dat de pijn van de verdoemden eeuwig duurt. Jezus verklaart immers in het Evangelie dat bij het Laatste Oordeel de bozen veroordeeld zullen worden om in het eeuwig vuur te branden. Op een andere plaats herhaalt Onze-Lieve-Heer tot driemaal toe dat de worm die de verdoemden knaagt, niet sterven zal; en dat het vuur dat hen verbrandt, niet zal uitdoven.
4. Het ongeluk van de verdoemden is zo verschrikkelijk omdat God hen straft als God en dus met oneindige rechtvaardigheid.
5. Geen enkele verdoemde kan God aanschouwen. Daarnaast wordt ieder nog gestraft volgens de grootte van zijn zonden.
6. Als men dit aandachtig overweegt is niets efficiënter om de kwade driften te leren beheersen en niet meer te zondigen. Het boek Wijsheid van Jezus Sirach zegt ons dan ook: “Denk bij al je woorden aan je levenseinde en je zult je leven lang niet zondigen.”
7. Door het overwegen van de uitersten moet men al erg aan de zonde gehecht zijn om zijn christelijke plicht niet te beminnen. Daarnaast is het tegelijk een middel om ons verschijnen voor de Rechter te oefenen, die de rechtvaardigheid zelf is. Men zal Hem rekenschap moeten afleggen over alle werken en woorden, maar ook van de heimelijkste gedachten en de verdiende straf hiervoor ondergaan.
Uitleg van de plaat
8. Deze plaat tekent een beeld van het lijden dat men in de hel zal moeten verduren. Boven zien we de zeven openingen van de hel die aangeduid worden door de eerste letters van de zeven hoofdzonden:
- H voor hoogmoed
- Gi voor gierigheid
- O voor onkuisheid
- N voor nijd
- Gu voor gulzigheid
- Gr voor gramschap
- T voor traagheid
Hierdoor wordt aangegeven dat het vooral door de hoofdzonden is dat we in de hel gestort worden.
9. Boven elk van deze letters verbeeldt een dier de zonde waarover het gaat. Een pauw verbeeldt de hoogmoed; een pad de gierigheid; een bok de onkuisheid; een slang de nijd; een varken de gulzigheid; een leeuw de gramschap; en een schildpad de traagheid.
10. De algemene straf voor alle verdoemden is het alles verterende vuur. Daarnaast moet ieder nog lijden in overeenstemming met zijn eigen zonden.
11. Onder de letter H worden de hoogmoedigen tot aan de voeten van Satan gesleurd. Ze worden verplicht om voor hem neer te knielen omdat ze dit tijdens hun leven niet voor God wilden doen.
12. Onder de letter Gi ziet men de gierigaards met een geldbeurs aan hun hals. Deze herinnert hen eraan dat ze zo stom waren om de vergankelijke goederen van de wereld hoger te achten dan de eeuwige goederen.
13. Onder de letter O worden de zedenlozen verschrikkelijk gefolterd door de duivels of door wilde dieren verscheurd. Hiermee geeft men aan hoe wreed de duivels de verdoemden behandelen.
14. Onder de letter N worden de jaloersen omslingerd, gebeten en verscheurd door afgrijselijke slangen.
15. Onder de letters Gu worden de gulzigaards en dronkaards voor ondraagelijke honger en dorst verteerd, en gevoed met de gal van een draak en het gif van een adder. Zij worden eeuwig begoten met de wijn van Gods toorn. Een hellehond met wijd gapende muil stelt hun geweten voor. Het verwijt hen eeuwig hun vroegere gulzigheid en buitensporigheden.
16. Onder de letters Gr beledigen de grammoedigen en de op wraak belusten elkaar tot er onderlinge gevechten uitbreken.
17. Onder de letter T worden de luiaards door gloeiende prikkels aangemaand, door schorpioenen geprikt en voor eeuwig in de vuurkolk vastgenageld.
18. De overtreders van de tien geboden en de heiligschenners van de zeven sacramenten worden vertrappeld door een gedrocht met zeven koppen en tien horens. Zijn brandende adem verstikt hen allemaal.
19. Onder, links vertrappen paardmensen de ketters, zij die onrechtvaardige rechtsgedingen aangingen of door goddeloze boeken, kranten en weblogs de godsdienst bestreden.
20. In het midden van de hel staat een uurwerk waarvan de wijzer steeds hetzelfde uur aanduidt: eeuwigheid. Dit betekent dat de folteringen van de verdoemden altijd zal blijven duren. Wie eens de hel ingaat, komt er nooit meer uit.