Wanneer wij niet te communie mogen gaan
Je mag, elke dag, maar één keer te communie gaan. Als je een doodzonde op je ziel hebt, mag je Jezus niet in je hart ontvangen. Dan zou er nog een doodzonde bijkomen. Je moet dan eerst die doodzonde gaan biechten.
Kijk nu eens naar de drie plaatjes bovenaan. Daar zie je, dat een man iemand dood maakt. Die moordenaar heeft nu een doodzonde op zijn ziel. Hij mag niet te communie gaan. Maar hij heeft er spijt over. Hij biecht die doodzonde. God vergeeft hem alles. Nu mag hij Jezus wel ontvangen. Met een doodzonde op onze ziel mogen we niet te Communie gaan. We moeten die eerst biechten.
Onder zie je twee plaatjes naast elkaar. Een jongen staat daar aangekleed, met een kerkboek in zijn hand. Het is Jan. Hij wil te communie gaan. Daar komt hij langs de gedekte ontbijttafel. Per vergissing steekt hij iets in de mond. Jan mag nu niet te communie gaan. Want hij is niet nuchter meer. Hij heeft na middernacht iets gegeten.
Midden in de nacht wordt een meisje wakker. Ze heet Ria. Ria heeft heel erge dorst. Ze drinkt wat water. Nu kijkt ze op de wekker en ziet, dat het al lang één uur geweest is. Mag Ria straks te Communie gaan? Neen, want ze is niet nuchter meer. We mogen dus ook niet te Communie gaan, als we iets gegeten of gedronken hebben na middernacht.