1. “Ik geloof in de gemeenschap van de heiligen”: deze woorden betekenen dat de geestelijke goederen van de Kerk aan alle leden van de Kerk toebehoren, die verenigd zijn zoals de leden van een familie of de ledematen van een lichaam.
2. Net zoals in een familie alle goederen van iedereen zijn, zo behoren ook alle geestelijke goederen van de Kerk gelijkelijk toe aan alle leden.
3. In de context van dit artikel verstaan we onder “heiligen” niet enkel de heiligen in de hemel, maar ook alle gelovigen op aarde, omdat zij door het doopsel geheiligd zijn en tot heiligheid geroepen.
4. Dit zijn de geestelijke goederen van de Kerk: de verdiensten van Christus, van de heilige Maagd en van de heiligen; het heilig Misoffer; de gebeden en de goede werken.
5. De gemeenschap van de heiligen bestaat niet alleen tussen de gelovigen op aarde, maar ook tussen de triomferende, de strijdende en de lijdende Kerk.
6. De triomferende Kerk zijn de heiligen die met Christus zegevieren in de hemel.
7. De strijdende Kerk zijn de gelovigen die op aarde strijden tegen de vijanden van de zaligheid.
8. De lijdende Kerk zijn de gelovigen die in het vagevuur hun zondestraf uitboeten.
9. In het vagevuur bevinden zich de gelovigen die in staat van genade gestorven zijn, maar niet geheel van dagelijkse zonde ontdaan zijn. Daarom moeten zij lijden in het vagevuur om aan de goddelijke rechtvaardigheid te voldoen.
10. We mogen niet twijfelen aan het bestaan van het vagevuur. Jezus Christus zegt immmers in het Evangelie dat de zonde tegen de Heilige Geest noch op deze aarde, noch in de andere wereld zal vergeven worden. Daardoor weten we dat andere zonden na dit leven wel kunnen vergeven worden. Welnu, dit kan niet in de hemel zijn, want die is zonder zonde; evenmin in de hel, want daar is geen vergiffenis meer; deze zonden worden dus vergeven in het vagevuur.
11. Wij zijn in gemeenschap met de heiligen in de hemel. Daardoor kunnen wij hen aanroepen en kunnen zij ons door hun voorspraak helpen.
12. Wij zijn ook verbonden met de zielen in het vagevuur. Wij kunnen hen hieruit verlossen of hun straffen verlichten door te bidden en aan goede werken te doen, maar vooral door naar de Mis te gaan en door het verdienen van aflaten.
13. Dit zijn de gewone gebeden voor de zielen in het vagevuur: de zielenmis, het “De Profundis”, en het schietgebed: “Dat de zielen van de overledenen door de barmhartigheid van God in vrede mogen rusten.”
14. Doordat de gelovigen allemaal samen één gemeenschap vormen, heeft elk van hen het genot van de gebeden en de goede werken die in de hele Kerk gedaan worden.
15. Wij hebben niet allemaal een even groot deel van de geestelijke goederen van de Kerk. Ons deel staat in verhouding tot onze verdiensten.
16. Ook de zondaars delen in de geestelijke goederen van de Kerk en ontvangen daardoor de genade om zich te bekeren.
17. De volgende mensen delen echter niet in de geestelijke goederen van de Kerk: de ketters, de schismatici en de geëxcommuniceerden.
18. Geen heil buiten de Kerk: dit betekent dat de mensen die wetens en willens buiten de Kerk leven, onmogelijk zalig kunnen worden.
Verklaring van de prent
19. Op deze prent zien we de gemeenschap van de heiligen: de engelen en de heiligen in de hemel; de gelovigen op aarde; en de zielen in het vagevuur.
20. Bovenaan zien we de engelen en de heiligen die de drie personen van de Heilige Drievuldigheid aanbidden, en ten beste spreken voor de gelovigen op aarde.
21. In het midden zien we de gelovigen op aarde die de Heilige Mis bijwonen. Daar bidden zij voor mekaar en voor de zielen in het vagevuur.
22. Onderaan zien we de zielen in het vagevuur. Twee engelen storten verkwikkend water over hen uit; dit is een uitbeelding van de verzachting die het Heilig Misoffer aan hen geeft.
23. De zielen van het vagevuur zien God niet en lijden grote pijnen. Ze lijden niet allemaal evenveel, doch in verhouding tot de uitstaande schuld die ze aan de goddelijke rechtvaardigheid verschuldigd zijn. Volgens de heilige Thomas van Aquino overtreft nochtans de kleinste pijn in het vagevuur de allerergste pijn op aarde. Op 2 november viert de heilige Kerk de gedachtenis van de overledenen, dus van alle zielen in het vagevuur. We noemen daarom die dag “Allerzielen”.