1. Deze woorden: “die opgestegen is ten hemel”, betekenen dat Jezus Christus, veertig dagen na zijn verrijzenis, door zijn eigen macht ten hemel is opgestegen, in de aanwezigheid van een groot aantal van zijn leerlingen.
2. Voor zijn Hemelvaart was Jezus Christus in de hemel als God, maar niet als mens. Sinds zijn Hemelvaart is Hij daar als God én als mens.
3. Onze-Lieve-Heer is ten hemel geklommen:
- Om de goddelijke eer te genieten die Hem toekomt;
- Om ons daar een plaats voor te bereiden;
- Om ons bij zijn Vader tot bemiddeling te dienen;
- Om ons de Heilige Geest te zenden.
4. De Hemelvaart van Jezus Christus wordt in het begin van de Handelingen van de Apostelen als volgt verhaald: “Mijn eerste boek, Teofilus, ging over alles wat Jezus heeft gedaan en geleerd, vanaf het begin tot de dag waarop Hij in de hemel werd opgenomen, nadat Hij aan de apostelen die Hij had uitgekozen, door de heilige Geest zijn opdracht had gegeven.” Aan hen heeft Hij veertig dagen lang herhaaldelijk bewezen dat Hij na zijn lijden weer in leven was. Hij vertoonde zich aan hen en sprak over het koninkrijk van God. Toen Hij bij hen was, drukte Hij hun op het hart: ‘Ga niet uit Jeruzalem weg, maar blijf wachten op de belofte van de Vader die jullie van Mij hebben gehoord; immers, Johannes doopte met water, maar jullie zullen gedoopt worden in heilige Geest, binnen enkele dagen.’ Degenen die daar samengekomen waren, stelden Hem toen de vraag: ‘Heer, herstelt U in deze tijd het koninkrijk voor Israël?’ Maar Hij zei tegen hen: ‘Het komt jullie niet toe de tijden of momenten te kennen die de Vader in zijn volmacht heeft vastgesteld; maar wanneer de heilige Geest over jullie komt, zullen jullie kracht ontvangen en mijn getuigen zijn in Jeruzalem, in heel Judea en Samaria, en tot het uiteinde van de aarde.’ Na deze woorden werd Hij voor hun ogen omhooggeheven en een wolk onttrok Hem aan het gezicht. Terwijl Hij zo heenging en zij nog naar de hemel stonden te turen, stonden er opeens twee mannen naast hen in witte kleren, die zeiden: ‘Galileeërs, wat staan jullie daar toch naar de hemel te kijken? Deze Jezus, die van jullie is weggenomen en in de hemel is opgenomen, zal op dezelfde manier terugkomen als jullie Hem naar de hemel hebben zien gaan.’”
5. Jezus Christus is op eigen kracht en zonder iemands hulp naar hemel gegaan. Niet dus zoals Elias, die erheen gevoerd werd op een vurige wagen, noch zoals de profeet Habakuk en de diaken Filippus die door God in de lucht werden geheven en over grote afstanden gevoerd.
6. Jezus Christus klom ten hemel, niet alleen door de almacht die aan zijn godheid eigen was, maar ook door de macht die Hij bezat als mens.
7. Een dergelijk wonderwerk ging de gewone krachten van de menselijke natuur te boven, maar de glorierijke ziel van de Zaligmaker voorzag Hem van een kracht die het lichaam, waarheen ook, kon vervoeren. Het verheerlijkte lichaam gehoorzaamde dan ook gemakkelijk aan de wil van de ziel om in beweging te komen.
8. De overige artikelen van de geloofsbelijdenis die betrekking hebben op Onze-Lieve-Heer, tonen ons hoe nederig Hij was en welke ongelooflijke vernederingen Hij moest ondergaan. De Zoon van God kan zich niet lager vernederen, dan door onze natuur met al haar gebreken aan te nemen en uit vrije wil voor ons te lijden en te sterven. Evenzo kunnen wij onmogelijk met meer luister en verwondering de heerlijkheid en goddelijke waardigheid van de Zoon van God bekrachtigen, dan door te belijden dat Hij verrezen is en dat Hij opgestegen is ten hemel en aan de rechterhand zit van zijn Vader.
Verklaring van de prent
9. Deze prent stelt de Hemelvaart van Jezus Christus voor op de Olijfberg. Die berg heeft drie toppen, het is van de middenste top dat Onze-Lieve-Heer naar de hemel opklom, in de aanwezigheid van zijn leerlingen en de heilige vrouwen. Naar men zegt, liet Hij op de rots de afdruk achter van zijn linkervoet.
10. Op het ogenblik dat Jezus Christus in een klare wolk verdween uit de ogen van zijn leerlingen, vertoonden zich aan hen twee engelen die zeiden: “‘Galileeërs, wat staan jullie daar toch naar de hemel te kijken? Deze Jezus, die van jullie is weggenomen en in de hemel is opgenomen, zal op dezelfde manier terugkomen als jullie Hem naar de hemel hebben zien gaan.’”
11. Voor zijn strijd op aarde heeft Jezus de opperste rust ontvangen, en voor zijn nederigheid en gehoorzaamheid de allerhoogste eer. Rust en eer zullen ook wij daar eenmaal bezitten, indien wij heilig leven; want is Jezus de natuurlijke Zoon van God, wij toch zijn z’n aangenomen zonen, en daarom zullen wij met Jezus delen in de goddelijke rijkdom.