1. Deze woorden: “de derde dag verrezen uit de doden”, betekenen dat Jezus Christus, op de derde dag van zijn dood, zijn ziel met zijn lichaam verenigde; levend werd; en verheerlijkt uit zijn graf opstond. Dit deed Hij door de uitwerking van zijn almacht.
2. Het lichaam had geen drie volle dagen in het graf gelegen: een gedeelte van vrijdag, de hele zaterdag en een gedeelte van zondag.
3. Jezus wilde een bewijs geven van zijn godheid. Daarom heeft Hij zijn verrijzenis niet uitgesteld tot het einde van de wereld en is Hij ook niet onmiddellijk na zijn dood verrezen, maar slechts drie dagen erna. Zo toonde Hij dat Hij werkelijk mens was en dat Hij gestorven was, omdat de tussentijd voldoende was om de waarheid van zijn dood te bewijzen.
Verschijningen
4. Wij weten dat Jezus Christus verrezen is, omdat Hij zich na zijn verrijzenis meermaals heeft getoond aan de apostelen en de leerlingen; en omdat zij daarvan getuigd hebben.
5. Op de dag van zijn verrijzenis heeft Jezus Christus zich getoond aan zijn apostelen, en heeft Hij hen ook de macht gegeven om de zonden te vergeven.
6. Jezus Christus toonde zich enige tijd daarna aan verscheidene apostelen terwijl zij op het meer van Galilea aan het vissen waren. Het is daar dat Hij de heilige Petrus als opperste herder van de Kerk aanstelde.
7. Voor Hij ten hemel klom, is Jezus Christus een laatste maal aan zijn apostelen verschenen en beval hun het Evangelie aan alle volkeren te verkondigen.
8. Wij moeten geloof hechten aan de getuigenis die de apostelen na de verrijzenis van Jezus Christus gegeven hebben, omdat zij hun leven opgeofferd hebben om staande te houden dat zij de verrezen Heer Jezus Christus gezien hadden. Getuigen die zich om het leven laten brengen om hun getuigenis te staven, kunnen onmogelijk als bedriegers beschouwd worden.
Kenmerken van de verrezen lichamen
9. Het lichaam van Jezus Christus dat uit het graf was opgestaan had al de kenmerken van de verheerlijkte lichamen, te weten: vrij van lijden, klaar, licht en doordringend.
10. Dat Hij vrij van lijden was, wil zeggen dat Jezus Christus niet meer lijden noch sterven kon.
11. Dat Hij klaar was, wil zeggen dat het lichaam van Jezus Christus zo glansrijk was als de zon, doch de Heer liet de glans niet schijnen dan voor zijn Hemelvaart.
12. Met de lichtheid verstaan wij, dat het lichaam van Jezus Christus zich van de ene plaats naar de andere, ja zelfs van de aarde tot de hemel, met de snelheid van een bliksem kon begeven.
13. Met de doordringendheid verstaan wij, dat het lichaam van Jezus Christus de stoffelijke schepselen kon doordringen zoals de geest. Hij is uit het graf opgestaan zonder de steen die de ingang afsloot, te verplaatsen.
14. Toen Jezus Christus zijn ziel met zijn lichaam verenigde, liet Hij de wonden van zijn lijden verdwijnen, behalve die van de handen en de voeten.
15. Hij heeft de wonden bewaard:
- Om deze aan de apostelen te tonen en zo zijn verrijzenis te bevestigen;
- Als een middel om het hart van God jegens de zondaar te bewegen;
- Om tijdens het oordeel te tonen dat Hij volstrekt voor alle mensen heeft geleden en daardoor de bozen te beschamen.
16. Jezus moest verrijzen omdat God rechtvaardig is. Omwille van zijn rechtvaardigheid heeft God Hem verheven, omdat Hij uit gehoorzaamheid met hoon en smaad werd overladen. De heilige Paulus legt het in zijn brief aan de Filippenzen zo uit: “Hij heeft zich vernederd. Hij werd gehoorzaam tot de dood, de dood aan een kruis. Daarom ook heeft God Hem hoog verheven en Hem de naam verleend die boven alle namen staat.”
Verklaring van de prent
17. Deze prent stelt de verrijzenis van Jezus Christus voor.
18. Links zien we enkele heilige vrouwen. Het Evangelie vertelt ons dat zij het lijk van Jezus kwamen balsemen, toen plotseling een grote aardbeving plaatsvond. De engel daalde uit de hemel; wierp de steen omver; en zette zich er op. De verstomde wachters stonden daar als door de dood getroffen. Wanneer de heilige vrouwen het graf betraden, werden zij bij het zien van de engel met vrees bevangen. Maar de engel zei tegen de vrouwen: “U hoeft niet bang te zijn, want ik weet dat u Jezus zoekt die gekruisigd is. Hij is niet hier: Hij is tot leven gewekt, zoals Hij gezegd heeft. Kom, kijk naar de plaats waar Hij gelegen heeft.”