1. De heilige Kerk is de vereniging van alle gelovige christenen, die de ware leer van Christus belijden en gehoorzaam zijn aan de paus van Rome.
2. Iedereen die gedoopt is, die gelooft wat de Kerk voorhoudt en die zich toevertrouwt aan haar wettige herders, is een gelovige van de Kerk.
3. De paus is de plaatsvervanger van Christus, de opvolger van Petrus, het zichtbare hoofd en de leraar van de hele Kerk, de algemene vader van de herders en de gelovigen.
4. Christus stelde Petrus aan het hoofd van de Kerk. Petrus was de eerste paus.
5. Petrus vestigde zijn Stoel in Rome en stierf er de marteldood. De paus is, als bisschop van Rome, de opvolger van Petrus.
6. De wettige herders van de Kerk zijn, samen met de paus, de bisschoppen. Jezus Christus heeft hen opdracht gegeven zijn Kerk te onderwijzen en te besturen.
7. De bisschoppen zijn de opvolgers van de apostelen. Zij besturen de bisdommen onder toezicht van de paus.
8. De bisschoppen benoemen priesters als pastoors aan het hoofd van de parochies.
9. De leden van de Kerk zijn gedoopten die belijden wat de Kerk hen leert en zich toevertrouwen aan hun bisschop en aan hun heilige vader de paus.
10. Heidenen, ketters, schismatici, afvalligen en geëxcommuniceerden behoren niet tot de ware Kerk.
11. Een heiden is iemand die niet is gedoopt en de ware God niet kent.
12. Een ketter is iemand die zich christen noemt, maar hardnekkig een valse christelijke leer volgt.
13. Een schismaticus is iemand die is gedoopt en het geloof heeft ontvangen, maar die niet wil gehoorzaam zijn aan het zichtbare hoofd van de Kerk, de paus van Rome.
14. Een afvallige is iemand die het geloof in Christus heeft beleden, maar nadien heeft afgewezen.
15. Een geëxcommuniceerde is iemand die wegens een misdaad uitgesloten wordt uit de gemeenschap van de heilige Kerk.
16. Zondaars zijn leden van de Kerk, maar zij worden beschouwd als dode leden.
17. Niet tot de Kerk behoren is heel erg, want iemand die vrijwillig en door zijn eigen schuld buiten de Kerk is, kan niet zalig worden.
Kenmerken van de ware Kerk
18. Er is maar één ware Kerk, omdat Christus er maar één gesticht heeft.
19. De ware Kerk heeft vier kenmerken: ze is één, ze is heilig, ze is katholiek, en ze is apostolisch.
20. De ware Kerk is de Roomse Kerk, die zo heet omdat de bisschop van Rome, onze heilige vader de Paus, opvolger van Petrus, die in Rome stierf, aan haar hoofd staat.
21. De Kerk is één, omdat ze één hoofd heeft en over elk stuk van het geloof één en dezelfde leer volgt.
22. De Kerk is heilig, omdat alleen zij de sacramenten gebruikt die ons heilig maken. Door alle eeuwen heen heeft ze overvloedige vruchten van heiligheid voortgebracht.
23. De Kerk is katholiek, omdat ze zich richt tot alle volkeren en landen van de wereld.
24. De Kerk zal bestaan tot aan het einde van de wereld. Christus heeft beloofd dat ze alle vervolgingen zal overwinnen.
25. De Kerk is apostolisch, omdat de apostelen haar hebben opgebouwd, omdat ze de leer van de apostelen volgt, en omdat ze nogal altijd wordt bestuurd door de wettige opvolgers van de apostelen.
Verklaring van de prent
26. Bovenaan. Christus stelt Petrus aan als zichtbaar hoofd van de Kerk. Hij overhandigt hem de herdersstaf en geeft hem de zending de lammeren en de schapen te hoeden. Petrus krijgt daarmee alle herders en gelovigen onder zijn hoede, de ganse Kerk dus, die Jezus zijn schaapstal noemt.
27. Onderaan zien we
- de paus (Leo XIII), opvolger van Petrus, gekleed in wit gewaad, die de tiara op het hoofd draagt;
- naast de paus zien we de kardinalen, gekleed in rode gewaden;
- voor de paus zien we een aartsbisschop, met een gewaad van witte wol over de schouders, pallium genaamd;
- we zien ook een bisschop met staf en mijter, en prelaten en kloosterlingen;
- hogerop zien we priesters die de heilige communie toedienen, het Evangelie verkondigen, en een missionaris die de heidenen leert over Jezus Christus, met het kruisbeeld in de hand.