Monthly Archives: February 2011

De zonden in het algemeen – De erfzonde

De zonden in het algemeen - De erfzonde
1. De zonde is een vrijwillige overtreding van Gods Wet.
2. Voor een zonde is vereist dat:

  1. men de wet wetens overtreedt;
  2. dat men de wet willens overtreedt, d.w.z. met toestemming van de wil in dit kwaad.

Ontbreken deze voorwaarden, dan bedrfijt men geen zonde.

3. De zonde is het grootste kwaad dat er bestaat:

  1. omdat zij aan God, die oneiding volmaakt is; tekort doet en Hem beledigt;
  2. omdat zij de grootste oorzaak is van het lijden, zowel op aarde als in het hiernamaals.
4. Er bestaan twee soorten zonden: de erfzonde en de dadelijke zonde.
5. De erfzonde is de zonde waarin wij geboren worden, als een gevolg van de schuld die wij bij God hebben uitstaan na de val van onze eerste vader Adam.
6. De zonde van Adam is tot op ons overgedragen. Zodoende worden wij allen als zondaars geboren, zijn wij onderworpen aan hetzelfde lijden en zijn wij het hemelse geluk onwaardig.
7. De zonde van Adam heeft al deze rampen op ons doen neerdalen omdat zijn zonde, door een rechtvaardig oordeel van God, de zonde van alle mensen is geworden.
8. Wij vinden in het menselijk rechtssysteem een beeld van Gods rechtvaardig oordeel. Indien bijvoorbeeld een rechter iemands goederen verbeurd verklaart, zijn deze goederen zowel voor de persoon in kwestie als voor zijn kinderen verloren.
9. Het is absoluut zeker dat wij besmet met de erfzonde geboren worden, omdat

  1. de Kerk het ons leert;
  2. wij anders zalig zouden kunnen worden zonder het Doopsel – wat onmogelijk is.
10. Deze waarheid is een mysterie. Wij kunnen er slechts over zeggen dat Adam een zware zonde van ongehoorzaamheid beging, en dat in Adam alle mensen gezondigd hebben. Samen met Adam zijn alle mensen in de slavernij van de Duivel gevallen.
11. Maria, de Moeder van God, is van de erfzonde bevrijd, aangezien zij de Moeder van Christus moest worden. Dit voorrecht wordt de Onbevlekte Ontvangenis van Maria genoemd.
12. De gevolgen van de erfzonde, zelfs voor de gedoopten, zijn:

  1. de onwetendheid,
  2. een zwakke wil,
  3. de geneigdheid tot het kwaad,
  4. ellende in dit leven,
  5. de dood.
13. Deze onwetendheid, als gevolg van de erfzonde, houdt in dat wij weinig kennis hebben van God, onze ziel, onze plichten en het einde tot hetwelk wij geschapen werden.
14. De zwakke wil houdt in dat de erfzonde onze vrijheid dusdanig beperkt heeft, dat wij in veel gevallen, zonder Gods bijstand, noch het goede zouden kunnen doen, noch het kwade vermijden.
15. De geneigdheid tot het kwaad betreft een overdreven liefde tot onszelf, tot rijkdom en tot wellust.
16. God liet deze noodlottige gevolgen bestaan, ook na de uitwissing van de erfzonde doorheen het Doopsel, om ons te laten oefenen in deugdzaamheid. Zodoende kunnen wij onze verdiensten vermeerderen.
17. Dankzij de ontwetendheid kunnen wij ons aan de studie wijden, de geneigdheid tot het kwaas laat ons toe waakzaam te zijn, dankzij de ellende in dit leven kunnen wij ons versterven en de dood heeft als gevolg dat wij ons onttrekken aan de aardse dingen.

Uitleg van de prent

18. Deze prent beeldt de ongehoorzaarmheid van Adam en Eva uit. God had hen verboden te eten van de vruchten van één boom in het Paradijs. Op het overtreden van dit verbod had Hij de doodstraf ingesteld. Maar de Duivel, onder de gedaante van een slang, bedroog Eva. Zij plukte een vrucht van deze ene boom en at ervan. Vervolgens gaf zij de vrucht aan Adam en ook hij at ervan.
19. Adam en Eva verloren door deze zonde de genade Gods en werden aldus het slachtoffer van onwetendheid, ongeregelde driften, pijn en de dood. Ze werden verjaagd uit het Paradijs.
20. Onderaan kan men zien hoe een Engel van de Heer, met een vlammend zwaard in de hand, Adam en Eva uit het Paradijs verdrijft. Uiteindelijk zullen zij vallen onder de slag van de Dood, die hen gewapend met een zeis opwacht.
21. Het Kruis van Christus, bovenaan links, betekent dat Jezus ons, door zijn dood, uit de erfzonde heeft verlost. God had deze Verlossing aan onze eerste ouders beloofd, toen hij hun aankondigde dat de zoon van een vrouw eens het hoofd van een duivels serpent zou verpletteren.
22. Rechts doopt een priester een kindje. Daarmee wordt aangetoond hoe het Doopsel ons zuivert van de smet van de erfzonde.
23. Satan wou zich wreken tegenover de mens, die immers bestemd was om de lege plaatsen in de Hemel op te vullen. Het eerste mensenpaar bezweek voor de verleidingen van de Duivel. En de Duivel dwaalt nog steeds rond, op zoek naar meer slachtoffers!

De uitersten – Het oordeel

De uitersten - Het oordeel
1. Vlak na onze dood vindt er in de kamer waar we sterven een tijdelijk of bijzonder oordeel plaats over onze ziel.
2. Na de dood zal God dus de ziel bij zich roepen en over haar werken een oordeel uitspreken. De ziel zal het vonnis aanhoren dat voor eeuwig haar lot zal bezegelen in geluk of ongeluk.
3. Op diverse plaatsen spreekt het Evangelie over de ernst van dit oordeel en hoezeer we ons hierop moeten voorbereiden:“Intussen waren duizenden mensen samengestroomd, zodat men elkaar verdrong. Hij begon te spreken, allereerst tot zijn leerlingen. ‘Pas op voor de zuurdesem van de farizeeën, dat wil zeggen hun huichelarij! Er is niets bedekt dat niet onthuld zal worden, of verborgen dat niet bekend zal worden. Want wat jullie in het donker zeggen, zal men in het licht horen; en wat jullie elkaar binnenskamers in het oor fluisteren, zal men van de daken verkondigen. Tegen jullie, die mijn vrienden zijn, zeg Ik: Wees niet bang voor hen die het lichaam doden, maar daarna tot niets meer in staat zijn. Ik zal jullie duidelijk maken voor wie je bang moet zijn: je moet bang zijn voor Hem die de macht bezit om je te doden en daarna in de hel te gooien. Jazeker, dat is degene voor wie je bang moet zijn. Vijf mussen kosten maar twee stuivers, nietwaar? Toch wordt niet één daarvan door God vergeten. Ja, zelfs de haren op jullie hoofd zijn allemaal geteld. Jullie moeten niet bang meer zijn. Er is nogal een verschil tussen jullie en een zwerm mussen. Ik zeg jullie: als iemand bij de mensen voor Mij partij kiest, zal ook de Mensenzoon voor hem partij kiezen bij Gods engelen. Maar wie Mij verloochent tegenover de mensen, zal verloochend worden tegenover Gods engelen. Als iemand stelling neemt tegen de Mensenzoon, zal het hem vergeven worden. Maar wie de heilige Geest lastert zal dat niet vergeven worden. (…) Houd je lendenen omgord en je lampen brandend. Jullie moeten net zo doen als mensen die hun heer opwachten wanneer hij thuiskomt van de bruiloft, om hem, als hij komt en aanklopt, meteen te kunnen opendoen. Gelukkig zijn de knechten die de heer wakend aantreft bij zijn komst. Ik verzeker jullie dat hij zich omgordt, hen aan tafel nodigt en rondgaat om hen te bedienen. Gelukkig zijn zij als hij hen zo aantreft, ook al komt hij om middernacht of nog later. Bedenk wel: als de heer des huizes geweten had hoe laat de dief komen zou, dan had hij de inbraak wel verhinderd. Ook jullie moeten voorbereid zijn, want de Mensenzoon komt op een uur waarop je het niet verwacht.’ ‘Heer, vertelt U deze gelijkenis met het oog op ons of voor iedereen?’ vroeg Petrus. De Heer antwoordde: ‘Ja, wie zou die trouwe, verstandige beheerder zijn, die de heer zal aanstellen om zijn werkvolk op tijd hun eten te geven? Gelukkig de knecht die daarmee bezig is wanneer zijn heer komt. Ik verzeker jullie, hij zal hem aanstellen over al zijn bezittingen. Maar als die knecht bij zichzelf zegt: “Mijn heer komt nog lang niet”, en de slaven en slavinnen mishandelt, en zelf gaat zitten eten en drinken, en zich gaat zitten bezatten, dan komt de heer van die knecht op een dag waarop deze hem niet verwacht en op een uur dat hij niet kent. Dan zal hij hem onthoofden en hem het lot van de trouwelozen laten delen.”

Uitleg van de prent

4. Op deze prent zien we het bijzonder oordeel uitgebeeld dat onmiddellijk na onze dood zal uitgesproken worden.
5. Links op de prent zien we een rechtvaardige en rechts een zondaar die geoordeeld worden. De rechtbank van Christus staat midden tussen hun beide levenloze lichamen, in de kamer waar ze stierven. De bloedverwanten bidden nog bij het lijk van hun dierbare overledene.
6. De ziel van de rechtvaardige wordt door haar engelbewaarder naar Christus geleid. Sint-Jozef en de heilige Maagd gaan hem voor. Een engel houdt in één hand een kroon klaar en in de andere de weegschaal van de gerechtigheid, waarop de verdiensten van de rechtvaardige worden afgewogen. Het goede weegt zwaarder door dan het kwade: Christus onthaalt de ziel gunstig en spreekt een genadig vonnis uit.
7. De ziel van de zondaar verschijnt ook voor haar rechter, maar ze bedekt zich omdat ze de schittering van haar rechter niet kan verdragen. Ze wordt voorafgegaan door duivels en geboeid met kettingen die Satan vasthoudt. Hier heeft het kwaad gewonnen. De engel heeft de naam van de overledene niet in het boek van van de levenden opgeschreven en Christus verstoot deze ziel. Hij spreekt over haar het akelig vonnis van de eeuwige verdoemenis uit.
NB. Zie ook in het twaalfde artikel van het geloof meer informatie over het laatste oordeel, dehemelen dehel.

De uitersten – De dood van de rechtvaardige en de dood van de zondaar

De uitersten - De dood van de rechtvaardige en de dood van de zondaar
1. Een goede dood is een dood in staat van genade. Dat is het grootste geluk van een mens.
2. Een slechte dood is een dood in staat van doodzonde. Dat is het ergste wat een mens kan overkomen.
3. De heilige schrift zegt dat dat de dood van een zondaar zeer slecht is.
4. Waarom?

  1. Omdat het hem ten zeerste bedroeft om de aardse goederen waaraan hij zo gehecht was, achter te laten;
  2. Omdat hij weldra in de hel de straf van zijn boos leven zal ondergaan.
5. Een zeer slechte dood was deze van Herodes:“Toen het dag geworden was, ontstond er onder de soldaten grote verwarring over wat er met Petrus gebeurd kon zijn. Herodes liet naar hem zoeken, maar toen hij hem niet kon vinden onderwierp hij de wachters aan een verhoor en liet hij hen terechtstellen. Daarop vertrok hij van Judea naar Caesarea en bleef daar. Hij had een conflict met de inwoners van Tyrus en Sidon; zij kwamen gezamenlijk naar hem toe, bepraatten Blastus, de kamerheer van de koning, en vroegen om een vreedzame regeling; hun gebied was namelijk voor de voedselvoorziening afhankelijk van dat van de koning. Op de vastgestelde dag nam Herodes in koninklijk ornaat plaats op zijn troon en hield een indrukwekkende toespraak. Het volk juichte hem toe: ‘Dat is taal van een god en niet van een mens.’ Maar onmiddellijk werd hij geveld door een engel van de Heer, omdat hij de eer niet aan God had gegeven; door wormen aangevreten stierf hij.”
6. Zo was ook de dood van Judas zeer slecht:“Toen ze de stad binnenkwamen, gingen ze naar de bovenzaal waar ze gewoonlijk verbleven: Petrus, Johannes, Jakobus en Andreas, Filippus en Tomas, Bartolomeüs en Matteüs, Jakobus van Alfeüs, Simon de Zeloot en Judas van Jakobus. Zij bleven allen trouw en eensgezind in gebed, samen met de vrouwen, met Maria, de moeder van Jezus, en zijn broers. In die dagen stond Petrus op te midden van de broeders – er was een groep bijeen van ongeveer honderdtwintig personen – en hij zei: ‘Broeders! Het schriftwoord moest in vervulling gaan, dat de heilige Geest bij monde van David tevoren heeft gesproken met het oog op Judas, de gids van hen die Jezus arresteerden. Immers, hij werd tot onze kring gerekend en had deel aan onze taak. Hij kocht een stuk grond van het loon voor zijn misdaad, viel voorover en barstte open, zodat zijn ingewanden naar buiten puilden. Dit is bekend geworden bij alle inwoners van Jeruzalem en daarom heet dat stuk grond in hun taal Akeldama, dat wil zeggen: bloedgrond. Want in het Boek van de Psalmen staat geschreven: Zijn landgoed moet worden tot een eenzaam oord, en niemand mag er wonen; en ook: Iemand anders moet zijn ambt overnemen. Daarom moet er van de mannen die steeds met ons zijn opgetrokken, al die tijd dat de Heer Jezus onder ons verkeerde, vanaf het begin, vanaf de doop van Johannes, tot de dag waarop Hij van ons is weggenomen, van hen dus moet er één samen met ons getuige worden van zijn opstanding.’ Ze stelden er twee voor: Jozef Barsabbas, bijgenaamd Justus, en Mattias. Ze spraken dit gebed uit: ‘Heer, U die het hart van alle mensen kent, wijs aan wie van deze twee U hebt uitgekozen om in ons apostolisch werk de plaats in te nemen die Judas heeft verlaten om zijn eigen weg te gaan.’ Daarop lieten ze hen loten, en het lot viel op Mattias, en zo werd hij aan de elf apostelen toegevoegd.”
7. De heilige schrift zegt dat de dood van een rechtvaardige voor de ogen van de Heer kostbaar is.
8. Waarom is dat zo?

  1. Omdat deze dood hem uit alle rampen van dit leven verlost;
  2. Omdat de overledene God bemint en een gerust geweten heeft;
  3. Omdat hij in de hemel beloond zal worden voor de goede werken die hij op aarde verrichtte.

Uitleg van de prent

9. Deze prent stelt ons de dood van een rechtvaarige en van een zondaar voor. De rechtvaardige wordt bovenaan op zijn sterfbed afgebeeld. Hij is gelaten en geniet van de laatste troost die de godsdienst hem geeft. Zijn engelbewaarder waakt over hem en moedigt hem aan; zijn familie bidt voor hem. Christus en de heilige Maagd kijken hem vanuit de hemel toe en strekken hun armen naar hem uit. De duivel, vol woede en schaamte, vlucht naar de hel.
10. Onderaan verstoot een stervende zondaar de priester met verachting. Zijn engelbewaarder trekt een sluier over het hoofd en verlaat hem. De priester die nog niet wil vertrekken, toont hem een laatste maal het kruisbeeld. Zijn familieleden zijn met grote vrees bevangen. Christus verschijnt en toont hem het kruis waarop Hij stierf om hem te redden, en voor hetwelk Hij hem zal oordelen. Duivels omringen zijn bed en wachten op zijn doodsreutel om zijn ziel af te voeren naar de hel.

De vier uitersten in het algemeen – De dood

De vier uitersten in het algemeen - De dood
1. De vier uitersten van de mens zijn: de dood, het oordeel, de hel en de hemelse glorie.
2. Het is aan te raden om onze uitersten dikwijls te overwegen; die gedachte verwijdert ons van de zonde en vermeerdert onze ijver om God trouw te dienen. Daarom ook lezen we in de bijbel:“Gedenk uw uitersten, en gij zult in eeuwigheid niet zondigen”

De dood

3. De dood is de scheiding van ziel en lichaam en de overgang van het tijdelijke naar het eeuwige.
4. De dood is ontstaan door de zonde van onze eerste voorouders. God zei aan Adam en Eva:“Van de boom van de kennis van goed en kwaad mag je niet eten, want op de dag dat je daarvan eet, zul je sterven.”Jammer genoeg werden ze door de duivel verleid en gehoorzaamden ze God niet . Ze aten van de verboden vrucht en God verdreef hen uit het paradijs. Van dan af zijn hun afstammelingen onderworpen aan het lijden en de dood.
5. Het is zeker dat we zullen sterven. Dit is een straf voor de zonde van onze eerste vader. De heilige Paulus zegt: “Mensen moeten eenmaal sterven.”
6. Wij zullen sterven wanneer God dit bepaalt. Het is zeker dat we zullen sterven maar wij kennen de dag noch het uur wanneer dit zal geschieden.
7. God wil dat het tijdstip van onze dood onbekend blijft. Als dat niet zo was, dan zouden vele mensen zich in tussentijd gewoon aan de zonde overleveren.
8. We moeten ons op de dood voorbereiden door een echt christelijk leven te leiden en door de sacramenten te ontvangen.
9. We mogen niet wachten tot we ziek zijn om ons op een goede dood voor te bereiden. Dat zou roekeloos en gevaarlijk zijn. Dit deed immers ook de vrek, waarover de volgende parabel uit het evangelie spreekt:“Iemand uit de menigte zei tegen Hem: ‘Meester, zeg tegen mijn broer dat hij de erfenis met mij moet delen.’ Hij zei tegen hem: ‘Wie heeft mij als scheidsrechter tussen u beiden aangesteld?’ Hij zei tegen hen: ‘Pas op voor iedere vorm van hebzucht! Ook al heeft een mens nog zo veel, zijn leven bezit hij niet.’ Hij vertelde hun een gelijkenis: ‘Er was eens een rijke, wiens land veel had opgebracht. Hij dacht bij zichzelf: “Wat moet ik doen? Ik heb geen ruimte om mijn oogst op te slaan.” “Dit ga ik doen,” dacht hij, “ik breek mijn schuren af en ga grotere bouwen; dan kan ik daar al het graan en mijn andere goederen in opslaan, en tegen mezelf zeggen: Je hebt daar nu heel wat liggen, jongen, je kunt jaren vooruit. Rust nu maar eens uit, eet, drink en neem het ervan.” Maar God zei tegen hem: “Jij dwaas, nog deze nacht wordt je leven opgeëist, en voor wie zijn dan al die voorraden die je hebt aangelegd?” Zo vergaat het iemand die rijke schatten verzamelt voor zichzelf en niet voor God.’ “

Uitleg van de prent

10. Deze prent stelt ons de dood voor. Ze doet ons inzien dat het nuttig is om eraan te denken. Aardse dingen zijn slechts ijdelheden; we moeten ons vooral richten op de hemel.
11. Centraal op de prent staat Franciscus van Borgia, een edelman aan het hof van Karel V, met voor hem het lijk van keizerin Isabella. Franciscus moest haar lichaam overbrengen naar Granada in Spanje, om haar te begraven. Toen de lijkstoet daar was aangekomen, opende men, naar toenmalig gebruik, de doodskist. Franciscus moest zweren dat het gelaat werkelijk dit van de keizerin was, maar het gezicht was zodanig misvormd dat men haar niet meer kon herkennen. Het lijk stonk ook zo verschrikkelijk dat niemand het kon verdragen. Franciscus was door dit gebeuren zo aangedaan dat hij besloot om de wereld met haar ijdelheden vaarwel te zeggen. Hij trad in bij de jezuïeten en werd een groot heilige.
12. Bovenaan zien we een man en een vrouw in de fleur van hun leven, die zichzelf in de spiegel bekijken. Boven hun hoofd lezen we het woord ‘Heden’. In de spiegel zien ze zichzelf als doden. Dit spiegelbeeld draagt het opschrift ‘morgen’. Deze tegenstelling tussen levende en dode hoedanigheid moet ons aanzetten om de altijddurende goederen van de ziel hoger te schatten dan de tijdelijke goederen van het lichaam.
13. Onderaan zien we een kerkhof met kruisen, grafzerken, treurige opschriften. In open graven kunnen we geraamten aanschouwen.
14.“Daarom moeten juist jullie voorbereid zijn, omdat de Mensenzoon komt op een uur waarop je het niet verwacht.”De heilige Kerk herinnert ons daarom steeds weer aan de dood, en dit niet alleen op

Allerzielen en Aswoensdag, maar ook wanneer de doodsklokken luiden bij de begrafenis van een overledene.

Het Wees Gegroet

Het gebed - Het Wees Gegroet
1. Het onderwerp van deze prent is het Ave Maria of Wees Gegroet. We noemen het zo, omdat het de woorden zijn die de engel gebruikte om Maria te groeten toen hij aankondigde dat zij de moeder van God zou worden. Het zijn deze woorden:“Wees gegroet (Maria); vol van genade, de Heer is met u, gezegend zijt gij boven alle vrouwen.”
2. De woorden die daarop volgen, komen van de heilige Elisabeth:“En gezegend is de vrucht van uw lichaam (Jezus)”. De Kerk voegde aan deze begroeting nog to : “Heilige Maria, moeder Gods, bid voor ons (arme) zondaars, nu en in het uur van onze dood.”
3.Wees gegroet Maria. Dit wil zeggen: ik eer u, ik wens u geluk, ik ben met u verheugd over uw glorierijke voorrechten. We stellen het op de prent voor door de engel Gabriël die Maria aankondigt dat ze door God uitgekozen werd om de moeder van Zijn zoon te zijn. De woordenvol van genadeduiden op het feit dat Maria nooit door de vlek van de erfzonde belast is geweest. Zij was dus vanaf het prille begin van haar leven vervuld van heiligmakende genade, alle deugden en alle hemelse gaven.
4. Die woorden worden voorgesteld door de onbevlekte ontvangenis van Maria. De woordende Heer is met ubetekenen dat God dichter bij haar staat dan bij gelijk welke andere mens, door een bijzondere gunst. We zien deze woorden voorgesteld door de Heilige Geest die verblijft in het hart van Maria en dit hart als zijn tempel beschouwt.
5.Gezegend zijt gij boven alle vrouwen. Dit betekent dat Maria onder alle vrouwen is uitgekozen om moeder te zijn van Gods Zoon. Het wijst er ook op dat zij, ondanks haar moederschap, toch maagd gebleven is.
6. Deze woorden stellen we voor door Maria die boven een groot aantal heilige vrouwen verheven is. Zij overtreft allen in heiligheid, glorie en macht. Eén van die vrouwen, Judit, heeft een zwaard, omdat zij Holofernes onthoofdde. Zij vormt daarmee een voorafbeelding van Maria, die als nieuwe Eva de duivelse slang verpletterde.
7.Gezegend is de vrucht van uw lichaam (Jezus). Jezus, de Zoon van God, is in de schoot van het Maria mens geworden. Hij werd door zijn vader met oneindige zegeningen overladen en in Hem werden alle volkeren gezegend.
8. Deze woorden worden links op de prent afgebeeld door Elisabeth die zich naar Maria toe richt en rechts het kindje Jezus die de heilige Johannes de Doper zegent.
9. De Kerk voegde er deze woorden aan toe:Heilige Maria, moeder Gods. Dit was in antwoord op de ketterse Nestorianen die haar deze eretitel ontzegden.
10. Op de prent worden deze woorden voorgesteld door de heilige Drievuldigheid die Maria in de hemel kronen tot koningin van de engelen en de mensen.
11.Bid voor ons, (arme) zondaarsWe vragen dit aan Maria omdat zij het dichtst bij haar Zoon staat. Zij is daarom bij uitstek de voorspreekster en de toevlucht van de zondaars.
12. Deze woorden worden voorgesteld door Maria die in de hemel bij haar Zoon voor ons ten beste spreekt.
13. We vragen aan Maria om voor ons te biddennu en in het uur van onze doodomdat we haar bijstand heel ons leven lang nodig hebben, maar nog het meest bij het verlaten van deze wereld en het binnentreden in het eeuwig leven.
14. Op de prent wordt dit voorgesteld door Maria die zich toont aan een zieke op zijn sterfbed, en hem bijstaat.
15. Er bestaan enkele vrome oefeningen waarbij het Wees Gegroet meermaals wordt gebeden. De belangrijkste van deze oefeningen zijn het Angelusgebed en de Rozenkrans.
16. De rozenkrans bestaat uit vijftien keer tien weesgegroetjes (tientjes) die elk voorafgegaan worden door een Onze Vader en een korte overweging van enkele groepen van telkens vijf geheimen. Er bestaan vier groepen van geheimen:

  1. de blijde geheimen,
  2. de droevige geheimen en
  3. de glorievolle geheimen en
  4. de geheimen van het licht, die in 2002 door de zalige paus Johannes-Paulus II aan het lijstje werden toegevoegd.

De blijde geheimen zijn

  1. de boodschap van de engel aan Maria,
  2. het bezoek van Elisabeth aan Maria,
  3. de geboorte van Jezus,
  4. de opdracht van Jezus in de tempel en
  5. de terugvinding van Jezus in de tempel.

De droevige geheimen zijn

  1. de doodstrijd van Jezus,
  2. de geseling van Jezus,
  3. de doornenkroning van Jezus,
  4. de kruisdraging van Jezus en
  5. Jezus’ dood aan het kruis.
17. De glorierijke mysteries zijn

  1. Christus’ opstanding uit de dood,
  2. zijn hemelvaart,
  3. Pinksteren,
  4. de tenhemelopneming van Maria en
  5. de kroning van Maria in de hemel.

De geheimen van het licht zijn

  1. het doopsel van Jezus,
  2. de openbaring van Jezus op de bruiloft van Kana,
  3. Jezus’ aankondiging van het Rijk Gods,
  4. de gedaanteverandering van Jezus op de berg Tabor en
  5. het Laatste Avondmaal, d.i. de instelling van de eucharistie.
18. Het Rozenhoedje is een derde deel van de rozenkrans (dus vijf tientjes), waarbij één groep van geheimen overwogen wordt.
19. Als we de voorspraak en de bescherming van de heilige Maagd willen verkrijgen, doen we er goed aan haar dikwijls te aanroepen, haar deugden na te volgen en vele goede werken aan haar op te dragen.

Het Onze-Vader

Uitleg van de prent

1. Het onderwerp van deze prent is het Gebed van de Heer. We noemen dit zo omdat Jezus Christus het zelf gemaakt heeft.
2. Het Onze Vader is samengesteld uit een korte inleiding en zeven vragen. De eerste drie zijn vragen om zaken die de glorie van God vermeerderen; de volgende vier zijn vragen om zaken die bijdragen tot ons geestelijk geluk en ons materieel welzijn.
3. De inleiding (“Onze Vader, die in de hemel zijt”) wordt bovenaan de prent voorgesteld door de hemel waarin God aan de engelen en heiligen zijn heerlijkheid laat zien.
4. Het Onze Vader begint met de woorden Onze Vader om ons eraan te herinneren dat wij allemaal kinderen van God zijn en daarom met vertrouwen en liefde mogen bidden.
5. We voegen hieraan toe die in de hemel zijt , om ons aan te sporen om met eerbied te bidden, aangezien we hier met de opperste koning van hemel en aarde spreken.
6. De eerste vraag luidt: Uw naam worde geheiligd . Wij vragen hiermee dat God door alle mensen gekend en gediend moge worden.
7. Deze vraag wordt links op de prent voorgesteld door de genezing van de kreupele, aan wie Petrus zegt: “in naam van Jezus Christus de Nazoreeër, kom overeind en loop” . Door die woorden en de daaropvolgende genezing heiligde Petrus Gods naam, omdat hij de heiligheid en de goddelijke kracht van de naam van Jezus Christus inriep.
8. De tweede vraag is: Uw rijk kome . Wij vragen hierbij:

  1. Dat het Rijk Gods, de kerk, zich altijd meer en meer moge uitbreiden over de aarde;
  2. Dat het rijk van de goddelijke genade ingang moge vinden in onze harten;
  3. Dat het rijk van heerlijkheid ons moge ten deel vallen in de hemel.
9. Deze vraag wordt op de prent geïllustreerd door Tobit die een voorspelling maakt van het toekomende rijk van God, namelijk de kerk, met de woorden: “Jeruzalem, gij zult met een schitterend licht omgeven worden; de volkeren zullen in u de Heer aanbidden en de aarde als een geheiligde plaats beschouwen.”
10. De derde vraag luidt: Uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel . Wij verlangen dat, net zoals de engelen in de hemel Gods wil volmaakt vobrengen, wij als mensen op aarde dit ook zouden doen.
11. Deze vraag wordt centraal op de prent afgebeeld door Jezus die in zijn doodstrijd aan zijn Vader zei: “Mijn Vader, als het mogelijk is, laat deze beker dan aan Mij voorbijgaan. Maar niet zoals Ik wil, maar zoals U wilt.”
12. De vierde vraag luidt: Geef ons heden ons dagelijks brood . Wij vragen van God alles wat onze ziel en ons lichaam nodig hebben.
13. De dingen die we voor ons lichaam nodig hebben zijn: voedsel, kleding en woonst.
14. Christus schrijft ons voor om enkel brood te vragen en geeft daarmee aan dat we tevreden moeten zijn met het noodzakelijke minimum.
15. De dingen die we voor onze ziel nodig hebben, zijn:

  1. het Woord van God,
  2. de heiligmakende en de dadelijke genade,
  3. de heilige Communie, het uit de hemel neergedaalde brood.
16. De vierde vraag wordt op de prent links voorgesteld door de engel die in de woestijn brood brengt naar de profeet Elia.
17. De vijfde vraag is: Vergeef ons onze schulden zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren . Wij vragen hier dat God onze schulden moge vergeven zoals ook wij bereid moeten zijn om vergeving te schenken aan hen die ons beledigd hebben.
18. De vijfde vraag zien we op de prent als volgt uitgebeeld:

  1. Christus die vergiffenis schenkt aan zijn beulen en aan de goede moordenaar.
  2. David die Saul spaart nadat deze hem had willen vermoorden.
19. Zesde vraag: Breng ons niet in beproeving . De beproeving is wat ons aantrekt tot de zonde.
20. God laat de beproeving toe om ons bewust te maken van onze zwakheid en om ons de gelegenheid te geven om verdiensten te verzamelen. We moeten over onszelf waken door er via de goddelijke genade aan te weerstaan.
21. Deze zesde vraag wordt afgebeeld op de prent door Jezus die in de woestijn door de duivel beproefd wordt, maar niet bezwijkt.
22. De zevende vraag gaat als volgt: Maar verlos ons van het kwade . Door deze vraag verlangen we om verlost te worden van de zonde en van alle kwaad. Dit kwaad hindert immers onze toegang tot het eeuwig en tijdelijk geluk.
23. Op de prent beelden we deze vraag uit met de profeet Daniël die in een kuil voor de leeuwen werd geworpen, maar er ongedeerd weer uitkwam.
24. Het Onze Vader is het beste en waardigste gebed dat door alle christenen gebeden wordt, zowel in goede als in slechte tijden. Reeds twintig eeuwen bidden we dit gebed tot onze God in de hemel, samen met de apostelen, de martelaars, de kerkvaders, de keizers en de koningen, de geleerden en de onwetenden, de rijken en de armen.

Het gebed in het algemeen

Het gebed in het algemeen
1. Het gebed is een gesprek met God, waarbij we de gevoelens en verlangens die leven in ons hart aan God kenbaar maken.
2. Ons gebed tot God moet in grote lijnen de volgende aspecten bevatten: aanbidding, lof, liefde en dankzegging.
3. Er zijn drie redenen waarom wij moeten bidden:

  1. Omdat God voorgeschreven heeft dat we dit altijd moeten doen,
  2. Omdat Jezus het ons in het evangelie in woord en daad voorgedaan heeft,
  3. Omdat wij Gods hulp nodig hebben.
4. Er zijn twee soorten gebeden: het uitwendige en het inwendige.
5. Het uitwendige gebed wordt zo genoemd omdat het in woord en gedachte plaatsvindt.
6. Het inwendige gebed of overweging gebeurt enkel in de geest, zonder het gebruik van woorden.
7. Het inwendig gebed is één van de nuttigste oefeningen van het christelijk leven: ze doet ons de geloofswaarheden doorgronden en waarderen en vermeerdert de motivatie om onze plichten te volbrengen.
8. We moeten bidden voor onszelf, voor onze ouders en leidinggevenden, voor alle mensen en zelfs voor onze vijanden.
9. Wij moeten ook bidden voor de zielen in het vagevuur, dat zij snel uit hun pijn verlost worden en van het eeuwige geluk kunnen genieten.
10. God verhoort altijd vurige gebeden. Hij kiest echter Zelf hoe en wanneer Hij de gebeden verhoort.
11. Christus zelf heeft ons dit verzekerd:“Wat je de Vader ook vraagt in mijn naam, Hij zal het je geven.”
12. Wanneer we tijdens het gebed iets vragen, moet dat de glorie van God of zaligheid van onszelf of onze naasten betreffen.
13. Wij mogen ook tijdelijke goederen vragen zoals een goede gezondheid, het welslagen van een bepaald project enz., in de mate dat dit bijdraagt tot ons zielenheil.
14. We moeten dikwijls bidden, maar zeker ‘s morgens en ‘s avonds, voor en na het eten, vooraleer we een bepaalde activiteit aanvatten, en wanneer we een bijzondere genade van God willen ontvangen.
15. Christus zelf spoorde ons ten zeerste aan om te bidden, toen Hij zei :“Men moet altijd bidden en daarmee niet ophouden”. We bidden onophoudelijk:

  1. Wanneer we dikwijls onze geest en ons hart tot God verheffen,
  2. Wanneer we onze werken verrichten met het doel om God te behagen.
16. Het verdient aanbeveling om ‘s morgens en ‘s avonds met het gezin bijeen te komen voor een gemeenschappelijk gebed, omdat dit de effectiefste manier is om God te eren, zijn zegen over het gezin te verkrijgen en de kinderen christelijk op te voeden. Christus heeft gezegd :“Want waar er twee of drie in mijn naam bijeen zijn, daar ben Ik in hun midden.”
17. We moeten bidden met eerbied, aandacht, vertrouwen en volharding.
18. We bidden met eerbied wanneer we ons in- en uitwendig vernederen voor Gods aanbiddelijke majesteit.
19. We bidden met aandacht als we onze gedachten vestigen op God en op hetgeen we zeggen.
20. We bidden met vertrouwen wanneer we de vaste hoop hebben dat Hij ons gebed zal verhoren.
21. We bidden met volharding wanneer we blijven bidden, ook al worden we niet meteen gehoord.
22. We moeten in Christus’ naam bidden omdat onze gebeden alleen maar door zijn verdiensten verhoord worden.

Uitleg van de prent

23. Op deze prent zien we in het midden Mozes die op een heuvel bidt terwijl de Israëlieten vechten met de Amalekieten. Zolang Mozes zijn handen in de lucht hield, hadden de Israelieten te overhand, maar wanneer hij de handen liet zakken, had Amalek alweer de overhand.
24. De prent geeft ons verschillende voorbeelden van het gemeenschappelijk gebed. Bovenaan links zien we een christelijk huisgezin dat het ochtend- en avondgebed opzegt voor een kruisbeeld en een beeld van Onze Lieve Vrouw. Rechts op de prent bidden de leden van een gezin samen voor het eten. Onderaan links bidden de gezinsleden voor het werk.
25. Onderaan rechts toont de heilige Antonius ons hoe we moeten bidden met aandacht. Zijn ogen zijn voortdurend op het kruisbeeld gericht en hij bidt vurig, terwijl duivels onder alle gedaanten zijn aandacht proberen af te leiden en hem in bekoring willen brengen.
26. Jezus toont ons door zijn goddelijk voorbeeld aan hoe we moeten bidden. Vaak bracht Hij een hele nacht door in gebed, ook al had Hij de hele dag ervoor gepredikt. We weten dat Hij na het laatste avondmaal voor een lange tijd bad, dat Hij vaak naar de Hof van Olijven ging om te bidden en dat Hij ook aan het kruis volhardde in het gebed, tot aan zijn dood toe.

De geboden – Vijfde gebod van de Kerk – Hou de vasten ongeschonden

De geboden - Vijfde gebod van de Kerk - Hou de vasten ongeschonden
1. Het vijfde gebod van de kerk gebiedt ons om te vasten tijdens de veertigdagentijd, op de quatertemperdagen en op bepaalde vigiliedagen.
2. Vasten betekent dat we ons onthouden van verboden gerechten en slechts éénmaal per dag een volledige maaltijd tot ons nemen. Het is wel toegestaan om ’s morgens een stukje brood te eten en ’s avonds een lichte maaltijd te verorberen.
3. In principe moet de volledige maaltijd ’s middags genomen worden en de lichte maaltijd ’s avonds. Het is evenwel toegelaten om deze volgorde om te wisselen.
4. Bij vasten hoort ook onthouding, tenzij mits uitdrukkelijke toestemming van de Kerk.
5. Onthouding wil zeggen dat we geen vlees en vet eten. Op sommige dagen is dit trouwens verplicht.
6. Mensen die van de Kerk de toestemming hebben gekregen om niet te vasten, moeten niettemin de onthoudingsplicht nakomen op de daartoe door de kerk ingestelde dagen.
7. Elke gelovige die minstens 21 jaar oud is, moet deelnemen aan de vasten.
8. We kunnen van de verplichting om te vasten ontslagen worden, bv. wanneer we ziek zijn, zware arbeid moeten verrichten of een andere gegronde reden hebben.
9. De redenen waarom de veertigdaagse vasten voor Pasen werd ingesteld, zijn:

  1. ter ere van de veertigdaagse vasten van Jezus in de woestijn;
  2. als boetedoening voor onze zonden;
  3. om ons goed op het Paasfeest voor te bereiden door onszelf dingen te ontzeggen.
10. Dit gebod houdt ook het verbod in om ’s vrijdags vlees te eten. Als we dat toch doen, begaan we een doodzonde, tenminste als we geen gegronde reden hebben om het toch te doen.
11. De Kerk stelde deze wekelijkse onthouding op vrijdag in, om het sterven van Christus op het kruis te gedenken en om er ons wekelijks aan te herinneren dat het belangrijk is om zichzelf dingen te kunnen ontzeggen.

Uitleg van de prent

12. Bovenaan op deze prent zien we Christus die door de duivel bekoord wordt nadat Hij veertig dagen en nachten gevast had. Satan sprak:“Als U de Zoon van God bent, zeg dan dat deze stenen brood worden.’ Hij antwoordde: ‘Er staat geschreven: De mens zal niet leven van brood alleen, maar van ieder woord dat uit de mond van God komt.’”
13. Rechts op de prent zien we hoe een priester op Aswoensdag gelovigen tekent met het askruis en zegt: “Gedenk mens, dat gij as zijt en tot as zult terugkeren.”
14. De Kerk stelde quatertemperdagen in

  1. om de jaargetijden aan God toe te wijden;
  2. om Gods zegening af te smeken over de vruchten van de aarde;
  3. om Gods genade te bekomen voor de dienaren van de Kerk, die gewoonlijk op de zaterdag van de quatertemperdagen hun priesterwijding ontvangen.

Links wordt de wijding van de subdiakens afgebeeld op de quatertemperdagen van de zomer. Daaronder zien we hoe diakens gewijd worden op de quatertemperdagen van de herfst. Helemaal onderaan zie we de handoplegging die priesters ontvangen tijdens hun wijding op de quatertemperdagen van de winter. Een beetje hoger, rechts, wordt de priesterwijding tijdens de quatertemperdagen van de lente voorgesteld door de heiliging van de handen die plaatsvindt tijdens een priesterwijding.

15. Vigiliedagen zijn dagen van onthouding en vasten die aan bepaalde feesten voorafgaan. Ze dienen om ons door onthouding goed voor te bereiden op de komende hoogdag.
16. De vigiliedagen worden op deze prent afgebeeld in vierhoekige of ronde lijstjes. De eerste zijn de verplichte vigiliedagen, de tweede de vrijblijvende.
17. De in ons land verplichte vigiliedagen zijn, van links naar rechts: Pinksteren, het Feest van de heilige Petrus en Paulus, Tenhemelopneming van Maria, Allerheiligen en Kerstmis.
18. Bovenaan rechts zien we de oude man Eleazar, één van de beroemdste Israelieten onder de vervolging van Antiochus. Ze probeerden hem bij wet te verplichten om vlees te eten, maar hij bleef zijn God trouw en deed het niet.
19. Het bovenste deel van de prent stelt een feestmaal voor waarbij er op vrijdag verboden vlees wordt opgediend. Daaronder zijn er mensen die zich tijdens de vastentijd aan losbandige vermaken overgeven. Daaronder nog zien we een afbeelding van de hel, waar dergelijke zondaars terechtkomen.
20. Onderaan links voorspelt de profeet Jonas de vernietiging van Ninive.
21. Rechts spoort Johannes de Doper de joden aan om boete te doen en zich zo op de genaden van de zaligheid voor te bereiden die Christus ging brengen:“Bekeer u, want het koninkrijk der hemelen is ophanden”
22. De profeet zei:“Veertig dagen nog, en Nineve wordt met de grond gelijk gemaakt!”. De inwoners bekeerden zich en Jahweh, die de dood van de zondaars niet wenste, erbarmde zich over de stad. Laten wij doen zoals de inwoners van Ninive en tot inkeer komen.

De geboden – Derde gebod van de Kerk – Biecht ten minste eens per jaar uw zonden – Vierde gebod van de Kerk – en rond pasen nut onze Heer

De geboden - Derde gebod van de Kerk - Biecht ten minste eens per jaar uw zonden - Vierde gebod van de Kerk - en rond pasen nut onze Heer
1. Het derde gebod van de Kerk verplicht alle gelovigen om tenminste één keer per jaar te biechten te gaan.
2. Gedurende meer dan een jaar niet biechten is een doodzonde, omdat we daarmee in een zwaarwichtige zaak ongehoorzaam zijn aan de Kerk.
3. Door een slechte biecht voldoen we niet aan onze verplichting om jaarlijks te biechten. Christus en de Kerk gebieden ons immers om een goede biecht te spreken.
4. De Kerk verlangt dat we zeker rond Pasen biechten, om ons goed op de Paascommunie voor te bereiden.
5. De verplichting om jaarlijks te biechten vangt aan wanneer we tot de jaren van verstand gekomen zijn.
6. Het vierde gebod van de Kerk verplicht alle gelovigen die tot de jaren van verstand gekomen zijn om tenminste één keer per jaar, nl. tijdens de Paastijd, te communie te gaan.
7. Iedereen moet de Paascommunie ontvangen in zijn eigen parochiekerk.
8. Het is een doodzonde om tijdens de Paastijd niet te communiceren omdat we daardoor in een belangrijke zaak aan God ongehoorzaam zijn. We tonen daarmee verachting voor Gods grootste weldaad en geven ergernis aan de naaste.
9. De Kerk gebiedt ons weliswaar enkel om minstens eenmaal per jaar te biechten en de communie te ontvangen, maar zij verlangt ook vurig dat wij deze godsvruchtige oefeningen dikwijls zouden verrichten.
10. De Kerk verlangt dat omdat ze beseft hoe moeilijk het is om een christelijk leven te leiden als we slechts éénmaal per jaar biechten en communiceren. Daarom raadt zij ons aan om dagelijks de hostie of “Engelenbrood”, te nuttigen.

Uitleg van de prent

11. Bovenaan rechts zien wij een reeks feestdagen waarop de Kerk wenst dat wij biechten en communiceren. Deze feesten zijn:

  1. Pinksteren
  2. H. Drie-eenheid
  3. Feest van het heilig Sacrament
  4. Feestdag van de heilige Petrus en Paulus
  5. Tenhemelopneming van Maria
  6. Feest van de heilige Rozenkrans
  7. Allerzielen
  8. Allerheiligen
  9. Onbevlekte ontvangenis van Maria
  10. Kerstmis
  11. Openbaring van de Heer (Driekoningen)
  12. Opdracht van de Heer in de tempel (Lichtmis)
12. Links zien we de Poort van de Vasten, die de Kerk opent voor de goede christenen. Door gebed en boetvaardigheid bereidt ze de christen voor op de biecht en de Paascommunie. Niet alle christenen luisteren naar de stem van de Kerk; velen verzuimen hun godsdienstige plichten en verkiezen meer wereldse vermaken.
13. In het midden van de prent zien we een danszaal met mensen die hun losbandige pleziertjes verkiezen boven hun eigen zielenheil.
14. Boven de Poort van de Vasten staat een biechtstoel. De gelovigen die er biechten ontvangen vergiffenis voor hun zonden en herstellen zo hun gemoedsrust en vriendschap met God. Vanop het kruis dat zich boven de biechtstoel verheft, geniet de boeteling van de verdiensten van Christus’ bloed en dood. Rechts van de biechtstoel zien we christenen die hun Paasplicht vervullen en in de communie een voorschot op het eeuwig leven ontvangen. Daarom zien we ook hoe ze na de communie tot Jezus opklimmen die ten hemel stijgt. Het verbeeldt hoe de gelovigen bezit nemen van het geluk dat Jezus hen beloofde met de woorden:“Wie mijn vlees en bloed eet en drinkt, die bezit eeuwig leven.”
15. Onderaan rechts zien we de Israelieten die rond een tafel zitten om het Paaslam te nuttigen. Boven hen vliegt een engel met een schitterend zwaard in de hand, om de eerstgeboren kinderen van de Egyptenaren ter dood te brengen. Net zoals de Israelieten van de dodende engel gespaard bleven door hun deurstijlen in te smeren met het bloed van het Paaslam, en het vlees ervan te eten, zo ook kunnen christenen het eeuwige vuur van de hel vermijden door hun ziel te zuiveren in de biecht en het lichaam van Christus te nuttigen.
16. De biecht heeft altijd bestaan, zelfs ten tijde van de apostelen. Links zien we christenen die beurtelings naderen tot de heilige Paulus om hun biecht te spreken. Dat gebeurde o.m. in Efeze waar Paulus gepredikt had. Vele mensen namen het geloof aan en kwamen hun zonden aan hem belijden.
17. Jezus is de bron van de goddelijke genade, die het bovennatuurlijke leven van de ziel is. Jezus is als een onuitputtelijke bron waaraan de dorstige ziel zich steeds kan laven. Hij is een bron die het vuur van alle hartstochten kan blussen. Jezus verlangde oneindig veel naar het heil van de mensen, zozeer dat hij zelf zijn honger en dorst trotseerde wanneer Hij mensen kon helpen. Hij onderrichtte met grote liefde de Samaritaanse vrouw over de geheimen van Gods Rijk en schonk overvloedige genade aan de Samaritanen. Laten wij ons vaak tot Hem wenden en ons laven aan het levend water van de goddelijke genaden die Hij ons in zijn sacramenten zo mild schenkt voor de reiniging en heiliging hier beneden en voor onze eeuwige zaligheid.

De geboden van de Kerk in het algemeen – Eerste gebod van de Kerk – zon- en feestdag houd in eer – Tweede gebod van de Kerk – Hoor wel mis dan elke keer

De geboden van de Kerk in het algemeen - Eerste gebod van de Kerk - zon- en feestdag houd in eer - Tweede gebod van de Kerk - Hoor wel mis dan elke keer
1. De kerk ontving van Christus, haar Stichter, de macht om geboden te geven die alle christenen moeten onderhouden.
2. Het eerste gebod van de kerk gebiedt ons om zon- en feestdagen te heiligen.
3. Feestdagen zijn dagen die de kerk instelde ter ere van God, de heilige Maagd en de heiligen.
4. Het tweede gebod van de kerk gebiedt ons, op straffe van doodzonde, op zondag en op verplichte feestdagen de heilige Mis bij te wonen.
5. We moeten de volledige mis horen met eerbied en aandacht. De kerk gebiedt ons om bij voorkeur de parochiemis bij te wonen, omdat deze speciaal voor de parochianen wordt opgedragen.

Uitleg van de prent

6. Bovenaan op deze prent zien we een priester die op een kerkelijke feestdag de heilige Mis opdraagt. De gelovigen wonen eerbiedig het heilig Misoffer bij. Daaronder is een danszaal met losbandige mensen die hun eigen pleziertjes hoger inschatten dan het heiligen van zon- en feestdagen. Zij beseffen niet dat losbandig vermaak leidt tot zonde en deze zonde ons recht naar de hel voert.
7. In het midden staan er twee engelen die gelovigen de hemel tonen en hen zo aanzetten om de kerkelijke feestdagen te heiligen. Aan de linkerkant worden de voornaamste kerkelijke feestdagen uitgebeeld die de kerk ons aanraadt om zeker te heiligen. In ons land zijn de verplichte feestdagen Kerstmis, Hemelvaart van de Heer, Tenhemelopneming van Maria en Allerheiligen. De feestdagen die uitgebeeld worden zijn:

  • 30/11,H. Andreas, we herkennen hem aan het kruis dat hij vasthoudt en herinnert aan zijn kruisiging
  • 8/12,Onbevlekte Ontvangenis van Maria
  • 21/12 (sinds 1970: 3/7),H. Apostel Thomas, hij steekt zijn hand in de wonde van Christus en zegt : “Gij zijt mijn Heer en mijn God!”
  • 25/12, Kerstmis, een verplichte feestdag
  • 26/12,H. Stefanus, hij werd door de joden gestenigd
  • 27/12,H. Johannes de evangelist, hij wordt afgebeeld terwijl hij het vierde evangelie schrijft
  • 6/1,DriekoningenofEpifanie, we zien hoe de drie wijzen uit het oosten de ster volgden en het kindje Jezus aanbidden
  • 2/2,Opdracht van Jezus in de tempel(Onze-Lieve-Vrouw Lichtmis)
  • 24/2 (sinds 1970: 14/5),H. Matthias, apostel, we zien hoe de beul de bijl opheft om hem te onthoofden
  • 19/3,H. Jozef, de man van Maria, voedstervader van Jezus en patroonheilige van de Kerk
  • 25/3,Aankondiging van de Heer(Onze-Lieve-Vrouw Boodschap ofAnnunciatie)
  • 1/5 (sinds 1970: 3/5)HH. PhilippusenJacobus, De H. Philippus werd gekruisigd en de H. Jacobus met een knots doodgeslagen
  • Tien dagen voor Pinksteren, Hemelvaart van de Heer, een verplichte feestdag
  • Donderdag na het octaaf van Pinksteren, Sacramentsdag, dit is de dag waarop we met processies vieren dat de dat Christus werkelijk aanwezig is in brood en wijn (de eucharistie)
  • 24/6,H. Johannes de Doper, hij wordt met een lam afgebeeld omdat hij Jezus aan de joden als de Messias openbaarde met de woorden: “Dit is het Lam Gods dat de zonden van de wereld wegneemt”
  • 29/6, DeHH. PetrusenPaulus, de H. Petrus draagt twee sleutels omdat Christus hem zei: “Ik zal u de sleutels van de hemel geven.”, de H. Paulus draagt een zwaard, wat herinnert aan zijn onthoofding
  • 25/7,H. Jacob de Meerdere, apostel, hij wordt al eeuwenlang vereerd in Santiago de Compostella (Spanje)
  • 10/8,H. Laurentius, martelaar, hij werd geroosterd
  • 15/8,Tenhemelopneming van Maria, een verplichte feestdag
  • 24/8,H. Bartholomeus, apostel, het mes in zijn hand herinnert eraan dat hij levend gevild werd
  • 8/9,Geboorte van Maria
  • 28/10,HH. SimonenJudas Thaddeus, apostelen
  • 1/11,Allerheiligen, een verplichte feestdag, waarop de Kerk alle heiligen in de hemel vereert.
8. Onderaan rechts zien we de afbeelding van het Loofhuttenfeest van de joden. Dat duurde acht dagen.
9. Onderaan links draagt een priester de heilige Mis op in een privaat huis.
10. Onderaan zien we ook een lijstjes die laten zien op welke weekdagen welke vormen van vroomheid in het bijzonder moeten beoefend worden.
11. De voornaamstefeesten van de Israelietenin het Oude Testament waren:

  • het Paasfeest (Hebreeuws voor “overgang”), ingesteld voor hun verlossing uit Egypte, toen een engel van God hun huizen ongemoeid liet en Egyptenaren vermoordde.
  • Het Pinksterfeest (Grieks voor “vijftigste”). Dit werd gevierd vijftig dagen na Pasen ter nagedachtenis van de verkondiging van de tien geboden op de berg Sinaï en ook als dankzegging voor de oogst.
  • Het Loofhuttenfeest, als dankbare herinnering aan de weldaden die ze van God mochten ontvangen tijdens hun veertigjarige tocht door de woestijn, toen ze in tenten of hutten sliepen.